United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op 7 1/2 ons vleesch rekent men 1 1/2 ons rijst. Ossenlappen. De ossenlapjes worden goed geklopt, in meel gewenteld, en dan in de koekepan met boter bruin gebraden; vervolgens gestoofd met zout, nagelen en gehakte chalotten of gefruite uijen. Ossenhaas in gelei.

In de eerste plaats stooft men ze als volgt: Zij wordt goed gewasschen; dan trekt men het vel er af en steekt er met een puntig mes in, om door de openingen kleine stukjes spek, die in zout, peper en gestooten nagelen gewenteld zijn, in de lever te drukken.

Men bestrooit de stukken met zout, maakt er met een puntig mes schuine steken in, en steekt daarin stukjes spek, die in zout en gestooten nagelen zijn gewenteld, benevens chalotten. Hierop laat men het vleesch in eene braadpan spoedig aan alle kanten toeschroeijen.

Lamscôtelettes worden als kalfscôtelettes behandeld. Ragout van lamsvleesch. Dan wordt het vet van het nat afgeschept, en dit laatste door eene zeef gegoten. Grillade. Van een stuk koud schapenvleesch snijdt men sneden af, die in geklutste eijeren, zout, gestooten nagelen en het poeder volgens A, No. 23 gewenteld, met wat meel bestrooid en in boter of vet gebakken worden. Ham braden.

Dat zij dan! zeide hij, opstaande, de rimpels nog diep gefronst. De jaren zijn gewenteld, de straf is voltrokken: mijn arme kind, heb ik, wil ik eerlijk zeggen, nie ende nooit gevloekt hoewel ik zeide, dat ik het deed; zij heeft er, Gawein, de vrucht van haren schoot bij in geboet, zeg ik; gijzelve, Gawein, gij zijt een dapper wigant, hoewel gij een roofridder zijt van damoselen en van scaecspelen.... Bij mijne trouwe, ik bedenk mij, o roze: weet gij ook iets van een zwevende scaec niet het eerste, van tien jaren her, dat uw heere oom met zijne bruid mede naar Camelot voerde maar van een

Men laat water, met een stuk boter en wat zout aan de kook komen, doet er dan jonge doperwten, fijn gesneden wortelen, en wat men verder wil, in, en kookt dit alles gaar. Intusschen worden twee of drie pond aal of paling, aan mooten gesneden, ook in water en zout half gaar gekookt, daarop in gestooten beschuit gewenteld en in de koekepan met boter gebraden.

Men werpt zich beurtlings neder, En rijst, en zingt op nieuw: Geduchte Hemelgoôn, Redt Kaïn en 't Heelal des aardrijks! op een' toon Van weemoed, of triomf, vertrouwen, hooploos smeeken; Naar de outersmook zich heft, der Goden gunst ten teeken, Of neêrduikt, in zich-zelv' gewenteld; of zijn bocht Wordt afgedreven door der winden ademtocht.