Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 mei 2025


Was hij ook door zijn eigen ziekte menigmaal verhinderd geworden om den verlaten jager te bezoeken en de hand te leenen, Geurt had toch altijd gezorgd dat Toon de noodigste hulp bekwam, maar zelf het brood der armoede bij zijne ouders genietende, en onbekwaam om boerenwerk te verrichten, was hij menigmaal inwendig kregel geworden, wanneer hij het jaagpaard van Ritter beschouwde, dat als een dood neen als een verslindend kapitaal, daar lui en onnut zijn dagen sleet.

"Wie ?" herhaalde de jager: "Wel Hij die Simonis wijfs moeder van de koorts hielp, en er ook een levend maakte die dood was." "Ja, Ja, onze Heer!" zei Geurt: "Ik wist niet Toon, dat je Dien ook kende."

"Zwijg!" riep Ritter in zenuwachtige opgewondenheid: "Wil jij me niet helpen, ! dan zal ik alleen er wel komen; want zien zál ik hem al moest ik ook kruipen!" Wat Geurt ook spreken of raden mocht, de oude jager was niet te bewegen om van zijn voornemen af te zien. Hij wilde en zou zich naar zijn Hans begeven, al ware het ook ten koste zijner laatste krachten.

En zich oprichtende en met beide handen zijn voorhoofd bedekkende, riep hij luider, terwijl hij Geurt strak in de oogen zag: "Zeg, geef jij 'm den genadeslag ? Dan gaan we samen, nietwaar ouwe weerlich?" Geurt zag op het dier en diens hijgenden meester neer, en waagde het niet zijn meening te uiten.

Alles was veranderd, en als ze 's avonds voor haar bedstee geknield tot God sprak, dan gingen heur oogen dreug dicht, moar, nat gingen ze weer open. Alles was veranderd; door spullen en dinksigheden had Geurt de bouwknecht ook weinig schik meer.

Na al hetgeen Geurt verhaalde, besloot de hulp-officier van justitie, dat, òf de persoon die in 't geitenhok sliep, òf de jonkman, die bij Deine werd gevonden en die zoo strak en akelig bleef kijken, de dader moest zijn; maar luid snikkende viel Anneke voor den edelachtbaren man op de knieën, toen Paul met schijnbare kalmte, tot aller verbazing had verklaard, dat hij alleen de schuldige, de oanteijer van Deine Woesting gewêst was.

"Geen cent!" herhaalde Geurt: "Ze zeiden allemaal dat ze 't geld te noodig hadden; twintig centen kost één pondje brood, en drie en zestig één kannetje olie." "Maar.... maar...." zei Toon, terwijl hij zijn nagels bezag, die weer zoo blauw werden. "'t Is niet anders," hervatte Geurt: "Nadat de jakkenie afschuift, zeggen de jagers dat je 't wel houwen kunt."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek