United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bloemen geurden en 't water ruischte, de maan scheen helder over 't water, en de lucht was zoo zacht! Langzaam aan kwamen er nog meer van de gasten op dat mooie, stille plekje, tot eindelijk alle banken vol waren en sommigen zelfs een plaatsje zochten op het zachte gras. Eene heele poos deden ze maar niets anders dan kijken en luisteren naar al het mooie om hen heen.

Den ontevredenen en onvermogenden had men verteld, dat er eilanden waren, waarop zelfs hemelingen zich te huis zouden gevoelen. Den winter kende men er niet, en moeite evenmin. Priëelen, aan paradijzen gelijk, noodigden tot rusten. De schoonste bloesems geurden overal. Heerlijk fruit hing van de takken naar beneden, ruim voldoende, om aller honger te stillen, aller dorst te lesschen.

Langs de rotsoevers der beek bloeiden en geurden om strijd oleanders en wilde rozen, hoogerop vormden vijge- en laurierboomen, amandel-, perzik- en abrikozenboomen, omstrengeld met wijngaardranken en lianen, een dicht bosch, waarboven een enkele palm zijn trotsche kruin verhief.

Wij haalden diep adem toen wij weer buiten kwamen, het contrast was ook zeer groot. Een vroolijk zonnetje scheen, vogels zongen in de boomen en bloemen geurden langs groenomzoomde vijvers, vol dartelende goudvischjes. In een afzonderlijk gebouw hing een enorme bronzen klok, wegende 60000 kilo's.

Zij zaten daar, en sneden tegen elkander op, onder het rooken en drinken van glazen bier en borrels, en als er niemand anders in de herberg was voor wie zij konden geuren, dan snoefden en geurden en sneden zij op voor den baas en de bazin en voornamelijk voor Fietje, de dochter.

Zoo niet, duisternis, verbastering, onrecht en bloedige wederwraak over de komende wereld!" Veel verder in de rij der gelijkvormige werkmanswoningen was er een huisje, dat zich onderscheidde door zijne netheid. Tot op de straat was er wit zand voor de deur gestrooid. Drie of vier bloempotten geurden op de vensters, achter sneeuwblanke gordijntjes.

Toen Karel V hier in Juli 1540 de gastvrijheid genoot van den rijken abt Filips van Schoonhoven, geurden haar bloesems reeds heerlijk. Hier kwam bijna een halve eeuw later Louise de Coligny, die destijds het Prinsenhof te Vlissingen bewoonde, dikwijls met den toenmaligen eigenaar, Loiseleur de Villiers, den toestand van het benarde vaderland en de sluwe plannen van Leicester bespreken.

Eene sterke sympathie scheen er toch tusschen die bloemen en haar te bestaan, want evenals bloemen zich in eene vunzige lucht intrekken en verwelken en zich ontluiken en verlustigen in een liefelijken dampkring, zoo was het nu, alsof die rozen, al werden ze door haar dartel spel gekneusd, toch frisscher geurden en bloeiden in den luchtstroom, die het kleine meisje omringde.

De hooge rotswanden, die den tuin omgaven, dropen ter Noordzijde van neêr druppelende watervalletjes, sijpelend tusschen de groeven over groene en gele mossen, dicht overwoekerend het gesteent. Er bloeide een schat van bloemen overal op aan de dichte heesters, waar de roode en witte rozen gloeiden en geurden over geheel de Zuidzijde van den ingeslotenen wondertuin.

Het was alles eenvoudig en bekend: het lied, dat hij zong, de vijver waarover zij gleden, mama, Mathilde, Suzanne en Théodore in de verlichte verandah, de donkere groene massa's van het park en het tintelende gewelf van starren daarboven, maar toch werd het haar, alsof zij de poëzie hiervan nooit had gezien, en toen hij zijn barcarolle eindigde met een zacht uitgesponnen, hooge ut in falset scheen het haar, als geurden er jasmijnen en zongen er nachtegalen om haar heen, als klonk er een zilveren trilling in haar hart.