Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
En toen ze in hun vlegeljaren kwamen zestien, zeventien, achttien jaar, toen ze begonnen te merken, met schokken van onbegrepen ontroering, de verandering die in hen gebeurde, de ontwikkeling van hun gemoedsleven, 't wilde opwassen van hun begeerten, de wording van hun wil, in dien tijd toen ze 't erg druk hadden over principes, maar dikwijls vol verwondering merkten dat ze over toch zeer belangrijke abstracties heel anders dachten dan de vorige maand, toen ze merkten ook hoeveel vrinden ze verloren en hoe weinig er maar bijkwamen, in dien tijd en wat later nog, toen was 't een maar half-bewuste, nooit gekweekte heerlijkheid voor hen geworden, dat hun vrindschap onveranderd, of althans onverminderd bleef bestaan, dat ze elkaar aldoor bijhielden, ook na de schooljaren, dat de oogen van den een altijd even graag keken in die van den ander.
Toen ECKHART deze en dergelijke dingen begon te schrijven, was RUUSBROEC nog maar een knaap; met zijne geschriften konden onze voorouders hun godsdienstig gemoedsleven nog niet opbouwen.
Op deze wijze wordt het levensbewustzijn der nieuwe vrouw verhoogd; hare ervaring wint aan diepte; haar gemoedsleven, haar zin voor het schoone, haar talenten worden ontwikkeld en fijner beschaafd. Zij wordt allengs meer gevoelig voor indrukken; zij voelt en gevoelt levendiger en smaakt meer genot maar lijdt ook meer en heviger smart, dan de vrouw van heden genieten en lijden kan.
De door den duivel bedrogen monnik vooral is kostelijk! Aan zin voor echten volkshumor paarde deze spreker een loffelijk vermogen van waarneming. Dat vermogen toonde hij in zijne verhalen; hij toont het ook waar hij anderer of eigen gemoedsleven afbeeldt.
Toch houden deze leerdichters den blik niet bij voorkeur op het godsdienstig gemoedsleven gericht. Hoofdzaak is voor hen, wat RUYSBROECK samenvatte onder den naam van het Werkende Leven. Waar een hunner een enkele maal over het Schouwende Leven spreekt, daar is hij er blijkbaar mee verlegen, hoe hij het zal plaatsen tegenover het Werkende Leven.
Je bent laag, dat je dát bedenken kan! "Je voelt, je voelt!" Ja, je voelt uit bekrompenheid, uit armzieligheid ... Je bent niets, je hebt niets in je dan je vuil en klein getwijfel! Je heele gemoedsleven bestaat uit vuiligheid, daar! Er is niets meer tusschen ons: ik ken je niet meer, ik word misselijk van je ... Hij smeet haar van zich af, op een divan.
Zoo moeilijk het voor ons is het gemoedsleven van den Oosterling te begrijpen, zóoveel weten allen die eenigen omgang met hem hebben gehad: dat bepaalde aandoeningen niet dadelijk hem tot handelen brengen, maar lang blijven nawerken en gaandeweg aan intensiteit toenemend, ten slotte, soms zonder oogenschijnlijke aanleiding, uitbarsten in een daad, die geheel en al buiten verhouding staat tot de aanvankelijke oorzaak.
Maar naast den invloed der kerkvaders moet die der Duitsche mystiek worden genoemd, waar sprake is van de ontwikkeling van het Dietsche proza als uiting van het godsdienstig gemoedsleven. Echter is hier niet alleen sprake van geven, doch ook van nemen.
De auteur verheft vóór alles zijn stem tegen de opvoeding, die het karakter doodt door opvulling van het geheugen met nuttelooze kennis, door het eischen van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid in de jaren, waarin juist het zelfstandig oordeel bezig is te rijpen, door het aanwenden van ouderlijken invloed, om den jongen man een huichelachtige geloofsbelijdenis te laten afleggen, die zijn verstand in het aangezicht slaat en voor zijn gemoedsleven geen beteekenis heeft.
Behalve JAN BOENDALE zijn ons slechts enkele dichters, die tot deze groep behooren, bij name bekend. Hunne beweegredenen tot dichten mogen onderling verschillen, alle wortelen zij toch in het godsdienstig of zedelijk gemoedsleven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek