Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


»En deze man moet dus zijn baas worden nietwaar vriend u zult hem goed behandelen en te eten geven en wat er meer voorkomt, nietwaarvroeg de oude heer. »As ik zeg 'k 't doen zal, dan zal 'k 't doenantwoordde baas Gamfield norsch.

Terwijl Oliver nog in deze voorspoedige, aangename omstandigheden verkeerde, gebeurde het op een morgen, dat baas Gamfield, een schoorsteenveger, door de High Street kwam, in diep gepeins over de mogelijkheid en de wijze, waarop hij zekere achterstallige huurpenningen zou betalen, waarvoor de huisbaas het hem vrij lastig maakte.

»Neenantwoordde mijnheer Limbkins »ten minste, we vonden dat u, daar het zoo'n vuil vak is, met wat minder tevreden moest zijn dan de premie, die wij aanbodenHet gezicht van baas Gamfield klaarde op; met een paar snelle stappen ging hij terug naar de tafel en zeide: »Wat wil u geven, heeren? Wees niet te hard voor een armen man. Wat wil u geven

»Ik zou zeggen, drie pond tien is meer dan genoegzeide mijnheer Limbkins. »Tien shilling te veelzei de heer met het witte vest. »Komzeide Gamfield, »zeg vier pond, heeren. Zeg vier pond, en u bent 'm voor goed kwijt. Dáár?« »Drie pond tienherhaalde mijnheer Limbkins op vasten toon. »Kom! laten we het verschil deelen, heerenhield Gamfield aan. »Drie pond vijftien shillings

Baas Gamfield glimlachte ook, terwijl hij het papier doorlas, want vijf pond was precies de som die hij noodig had, en wat den jongen betreft, die aan het geld vastzat, baas Gamfield, die de regels van het armhuis kende, wist wel, dat 't een aardig tenger exemplaartje zou zijn, juist geschikt voor de nieuwsoortige schoorsteenen.

Dus spelde hij het biljet nog eens van begin tot eind, tikte toen bij wijze van eerbiedbetuiging tegen zijn bonten muts en wendde zich tot den heer met het witte vest. »Die jongen meneer, die de gemeente 'n ambacht wil laten leeren....?« zeide baas Gamfield. »Ja....« zeide de heer met het witte vest met een minzaam glimlachje. »Wat wil je zeggen

Mijnheer Limbkins stond aan den éénen kant vóór den lessenaar en baas Gamfield, met een ten deele gewasschen gezicht, aan den anderen, terwijl twee of drie barsch-uitziende mannen met kaplaarzen aan heen en weer liepen. De oude heer met den bril dutte langzamerhand in over zijn velletje perkament, en er was een oogenblik van stilte, nadat Oliver door Mr. Bumble vóór den lessenaar was gezet.

»Als de gemeente hem 'n gemakkelijk, prettig vak wil laten leeren in een goed bekend staande schoorsteenvegerszaakzei baas Gamfield,.... »ik heb 'n leerjongen noodig en dan wil ik hem wel hebben.« »Kom binnenzei de heer met het witte vest.

Baas Gamfield bleef nog even achter om den ezel een tweeden slag op zijn kop te geven en nog een ruk aan zijn bek, als een vermaning niet weg te loopen terwijl hij er niet was, en volgde toen den heer met het witte vest naar de kamer, waar Oliver deze het eerst gezien had. »Het is een smerig vakzeide mijnheer Limbkins, toen Gamfield opnieuw zijn wensch te kennen had gegeven.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek