Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 november 2025


door de Friezen en andere volken en de gevolgen daarvan zijn zeer uitvoerig behandeld door den Hoogleeraar A. Ypey in zijne Geschiedenis der Ned. Taal, I^e dl. 1812, 174 en II^e dl. 1832, 152; een werk, ook in andere opzigten voor de Friesche geschiedenis en letterkunde van zeer veel belang.

De vroegste vermelding eener gezagsoefening van de Upstalboomsche Regters vindt men bij Emmius op het jaar 1214 aangeteekend. In de eerste tijden namelijk van Karel den Grooten, zullen al de Friezen van de Maas tot aan den Wezer deel hebben genomen aan die landdagen.

Opmerkelijk is het, dat in Friesland, dat toch met de provinciën Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland de oude kern van het eigenlijk Holland uitmaakte, en welks volksstam van zoo overwegenden invloed op de overige bevolking van ons land was, géén of zeer weinig sporen van een eigen nationale kleedij gevonden worden, terwijl juist in de andere deelen van Nederland, de afstammelingen van diezelfde Friezen, de nationale dracht getrouw bleven.

Hij werd daarin niet verhinderd door den vreedzamen Koning der Friezen ADGILD I, die zelfs den bisschop WILFRIED, op deze kusten gestrand, in bescherming nam tegen den Frankischen vorst EBROIN, en hem toeliet hier te onderwijzen en te doopen. Aan hem bleek het, dat vele Friezen minder afkeerig waren van het Christendom dan van de Franken.

De wetten, naar welke Karel de Friesche Graafschappen in het algemeen deed regeren, zijn die, welke onder den titel van Leges Frisionum in druk zijn uitgegeven. Het eerste deel bevat de overoude gewoonten der Friezen onder de Romeinen, met eenige wetten der Franken, en het tweede, de ophelderende bijvoegselen van Sachsmund en Wulmar.

De emendatie blijft dus twijfelachtig voor mij. Wat beteekent bert hier? In de beteekenis schotel schijnt het niet voor te komen. Zoo ja, dan zouden wij daarin een duidelijker toespeling op de herauten hebben. Belg. Mus., VII, 318. Oorlogen van Hertog Albrecht van Beieren met de Friezen, bl. 63; Cam. Holland onder het Heneg. huis, III, 385; Goede Boerden, p. 37 vlgg.

Beaumont gelastte hierop aan zijn achterhoede rechtsomkeert te maken, om de hen vervolgende Friezen af te houden, terwijl hij zelf met de voorhoede de versperring bestormde. Het gevecht hield nu met hevigheid aan, en ofschoon nu en dan een der Hollanders viel, bleef Beaumont echter zijn stelling inhouden niet alleen, maar wist weldra het krijgstooneel op de versperring zelve over te brengen.

"Des te beter," zeide Deodaat: "want wij zouden ook geen tijd voor een kamp hebben, vermits de Friezen hun middagslaapje schijnen gedaan te hebben; althans daar komt er een naar ons toe. In waarheid! die schijnt iets menschelijks te bezitten! Ik geloof waarachtig, dat hij een beschaafd voorkomen heeft."

Hij bleef staan, sloeg stilzwijgend de armen over elkander en zag met een somber oog de vroolijke ruiters voorbij draven. Geen der Friezen scheen hem op te merken, maar Deodaat had zijn vriend herkend en een vluchtig rood bedekte zijn gelaat. Reinout oogde hem na: hij zag hem de hand van Madzy aanraken als om haar aandacht op den armen voetganger te vestigen.

De Hollanders waren door buitenlandsch wapenbedrijf meer geoefend in den krijg; de Friezen hadden alleen hunne eigene dapperheid en listen daar tegenover te stellen.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek