Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 november 2025


spreken zij van de Friezen, althans West-Friezen, steeds, als ware Friesland van Holland afgenomen, en als waren deze opstandelingen, die beteugeld, wederspannigen, die getuchtigd en bedwongen moesten worden. In dat geval hadden zij mede reeds vroeger onder de heerschappij dier Graven moeten geweest zijn, en moest er een feit bestaan, dat zij zich aan die heerschappij hadden onttrokken.

Omtrent geene zaak is dit krachtiger gebleken, dan ten aanzien van het Christendom. Eeuwen lang streden de Friezen daar tegen, ook om staatkundige redenen, en bleven zij afkeerig van de aanneming der Christelijke leer, zoolang zij haar niet kenden.

En toch noemt de geschiedenis onzer vaderlandsche Schilder-, Teeken-en Graveerkunst een aantal Friezen, die het hunne hebben toegebragt om den Nederlandschen kunstroem te vestigen.

Ontmoeten wij hier bij de Friezen een Godsbegrip en godsdienstige denkbeelden, geheel verschillende van de mythologien bij andere volken, nog onverwachter komen ons hier zaken voor, die in het nauwste verband staan met de Grieksch-Romeinsche Mythologie en wel met de herkomst van twee godheden van den eersten rang, Minerva en Neptunus.

"Die twee schildknapen van den Ridder waren maar gansch niet in hun schik, dat zij hem dus in de macht der Friezen zouden laten, zonder weerwraak te nemen. Een van hen, de kleinste, is aan wal gebleven, om te zien waar men zijn meester heenvoerde, en hem, zoo mogelijk, te verlossen.

Deze toch zijn zoo vele blijken hoe spoedig een klein, doch nijver volk zich weet te herstellen van de rampen, welke de verwoestingen des oorlogs zoo vele jaren lang hadden te weeg gebragt. Opmerkelijk is het tevens, dat de Friezen, ondanks den invloed van de Saksische en Bourgondische Vorsten, hunne zelfstandigheid en nationaliteit bleven handhaven.

Utrecht, Duurstede, Tiel, Stavoren, Dokkum en andere plaatsen, aan den uitloop van onderscheidene rivieren op deze noordwestkust van Europa gunstig gelegen, worden als handelsplaatsen vermeld, Reeds vroeg waren de Friezen als stoute zeevaarders vermaard.

Ruim tien dagen waren verloopen, sedert de merkwaardige geschiedenissen hadden plaats gehad, in de vorige Hoofdstukken vermeld. De eerste vervoering van uitbundige blijdschap, door de zegepraal der Friezen verwekt, was voorbij en had plaats gemaakt voor een diepe en plechtige kalmte, gelijk aan die, welke men in de natuur gewoonlijk ziet volgen op het woeden van den storm.

Van de Eems tot den Wezer en aan geene zijde van het Vlie, met een groot deel binnenlands tot aan het Zwin, was overheerd land. Ook de eilanden tot den mond van de Eems behoorden den Friezen, doch geenszins Helgoland, zeer verkeerdelijk voor Radbouds zetel gehouden.

Toch is in het schouwspel niets, dat ons onaangenaam treft; want alles smelt samen, de bergen, de reusachtige diervormen, de geweldige friezen, het machtige beeld van den god in het midden, en de kolossen, die de wacht houden naast de tempelpoort.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek