United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De donna, opdat Federigo geen argwaan kreeg en met haar ging twisten, stond toch op om hem te doen bemerken, dat Gianni er was en zeide tot den echtgenoot: Wel, wel, dat zijn mooie woorden! Ik voor mij, ik zou mij niet veilig achten, indien wij het niet bezwoeren, terwijl gij er bij zijt. Gianni hernam: En hoe bezweert men het?

Het is waar, dat sommigen zeggen, dat de donna wel de ezelskop naar Fiesole gekeerd had, maar dat een landman door den wijngaard gaande hem een stokslag gaf en hem om en om draaide en hij naar Florence gekeerd bleef en dat daardoor Federigo in de meening geroepen te zijn, gekomen was en dat de donna het gebed aldus had gedaan: Spook, spook, ga met God, want ik heb het ezelshoofd niet omgekeerd, maar een ander en dat God hem er over bedroeve; ik ben hier met mijn Gianni; en dat hij daarop heengegaan zonder nachtverblijf en avondmaal bleef.

Zij regelde het met haar meid, dat Federigo haar kwam spreken op een zeer mooie plek, die gezegde Gianni in Camerata had, waar zij den ganschen zomer bleef en Gianni soms kwam eten en slapen en 's ochtens naar zijn winkel ging en enkele malen naar zijn Laudesi.

Monna Giovanna bleef dus als weduwe achter en gelijk het de gewoonte is van onze donna's, ging zij het zomerseizoen met haar zoon buiten doorbrengen op een landgoed vrij dicht bij dat van Federigo. Hierdoor begon die jongen met Federigo vriendschap te sluiten en zich met vogels en honden te vermaken.

Toen Federigo hoorde, wat de donna vroeg en begreep, dat hij haar niet van dienst kon zijn, omdat die tot spijs gediend had, begon hij in haar tegenwoordigheid te zuchten en kon niets antwoorden.

De knaap, die dikwijls deze vragen hoorde, zeide: Moeder, als gij mij den valk zoudt kunnen geven van Federigo, zou ik spoedig beter worden. De donna, die dit hoorde, bleef een oogenblik in gedachten en begon er over te peinzen, wat haar te doen stond. Zij wist, dat Federigo haar lang had bemind, maar dat hij van haar nooit een enkele blik had gehad.

Aldus, toen zij en Gianna naar bed waren gegaan en ook de meid, duurde het niet lang of Federigo kwam en klopte een keer hard aan de deur, welke zoo dicht bij de kamer was, dat Gianni het onmiddellijk hoorde en de donna ook, maar opdat Gianni niets kon vermoeden, deed zij of ze sliep.

Hier droeg hij, zoo goed hij kon met de vogelvangst en zonder iemand iets te vragen, geduldig zijn armoede. Nu gebeurde het, toen Federigo zoo tot de uiterste armoede kwam, dat de man van monna Giovanna ziek werd en toen hij den dood zag naderen, maakte hij zijn testament.

En na eenigen tijd gestaan te hebben, klopte Federigo ten tweeden male, waarover Gianni verwonderd de donna een weinig aan de elboog stootte en zeide: Tessa, hoor je, wat ik hoor? Het schijnt, dat men aan onze deur klopt. De donna, die veel beter dan hij had gehoord, deed of zij wakker werd en zeide: Wat zegt gij? Ik zeg, zeide Gianni, dat het schijnt, dat men aan onze deur klopt.

Hij was gewoon onder andere schoone zaken te verhalen, dat er vroeger in Florence een jonkman leefde Federigo genaamd, zoon van messire Filippo Alberighi, en die in den wapenhandel en in hoffelijkheid boven elk jong edelman van Toscane hooggeschat werd.