United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een nationale garde had op dit boek het woord "Saint-Simon," gelezen en geroepen: "Doodt hem!" Den 6 Juni 1832 liet zich een compagnie nationale garden van de voorstad, gecommandeerd door kapitein Fannicot, bovengenoemd, vrijwillig en als uit vermaak in de straat Chanvrerie grootendeels dooden.

Kapitein Fannicot, een ongeduldig en stoutmoedig burger, een soort van condottieri der orde, een derzulken, welke wij gekarakteriseerd hebben, een fanatiek en onbedwongen aanhanger der regeering, kon de bekoring niet wederstaan om vóór het bepaalde oogenblik vuur te geven, en aan de eerzucht om alleen, namelijk met zijn compagnie, de barricade in te nemen.

De onversaagde en onvoorzichtige Fannicot was een der gesneuvelden. Hij werd door het kanon gedood, dat wil zeggen: door de orde. Deze meer verwoede, dan ernstige aanval, vertoornde Enjolras. De dwazen! zeide hij. Zij laten hun manschappen dooden en ons onze ammunitie voor niets verspillen. Enjolras sprak als een echt generaal van den opstand, gelijk hij was.

Op een oogenblik, dat men 't het minst verwachtte, wierp de kapitein zijn manschappen tegen de barricade. Deze beweging, met meer goeden wil dan krijgskunst volbracht, kwam de compagnie Fannicot duur te staan. Vóór zij twee derde van den weg had afgelegd, werd zij door een algemeen salvo der barricade begroet.

Gavroche zag even op en zeide: "Ik vul mijn mand, burger." "Ziet ge dan het schroot niet?" Gavroche antwoordde: "Welnu, het regent. Wat zou dat?" Courfeyrac riep: "Ga binnen!" "Aanstonds," zei Gavroche. En met een sprong was hij verder in de straat. Men herinnere zich, dat toen de compagnie Fannicot terugtrok, zij een rij lijken had achtergelaten.

In het leger der orde waren echte guerillero's, eenigen van den degen als Fannicot, anderen van de pen als Henry Fonfrède.