Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Op politiek gebied, de autokratie; in stede van godsdienst, fanatisme; eene zeer onvolkomen beschaving en ontwikkeling, uitsluitend in handen der priesterkaste; bij de massa, onwetendheid en verdierlijking; slavenhandel en menschenoffers; de vrouw buiten de maatschappij zoo wel als buiten de familie gesloten; en bovenal de onrustige, onverzadelijke eerzucht der caciquen, telken dage en onder de nietigste voorwendsels het bloed des volks doende stroomen."
"Zie zoo, zeide hij, nu zijn wij van deze lastige klanten verlost; maar toch is het voorzichtig hier niet te blijven, want straks komen de muzelmannen in grooten getale voor het middaggebed; misschien zou het ons voor een tweeden keer niet gelukken, het fanatisme der menigte tot bedaren te brengen; en het is beter, het zoo aan te leggen, dat wij niet bij ongeluk of vergissing van de moskee naar beneden kunnen geduwd of geworpen worden."
Het fanatisme der mollahs houdt gelijken tred met hunne onwetendheid en hun schraapzucht; zij verfoeien de Christenen; en wanneer, in het afgeloopen jaar , de Kurden Tauris waren binnen getrokken, waarvoor een oogenblik vrees bestond dan zou het gepeupel, op aanstoken van de mollahs, ongetwijfeld gemeene zaak hebben gemaakt met de bandieten, om de armenische wijk, waar de Christenen wonen, te plunderen; waarschijnlijk om dan later onderling over de verdeeling van den buit te vechten.
Even verscheiden nu als taal en zeden en dracht van de onder de kroon van het huis Habsburg vereenigde volkeren en stammen, is ook het land, dat in een roemrijk verleden de rol heeft vervuld van een ijzeren bolwerk der westersche beschaving tegen het verwoestende fanatisme van het Oosten.
Dit geschiedde dan ook onverwijld; maar inmiddels had men er reeds een tiental naar Djeddah gezonden, de groote stapelplaats van den slavenhandel aan de Roode-zee, eene stad, befaamd wegens twee zaken, die, voor zoover mijne persoonlijke ervaring reikt, steeds onafscheidelijk samengaan: een opgewonden muzelmansch fanatisme en eene grenzenlooze zedeloosheid.
Dat fanatisme was geen idee, of geen dogma; geen kunst, of geen wetenschap; 't was een man: Enjolras. Dezen bewonderde, beminde en vereerde Grantaire. Bij wien sloot zich deze bandelooze twijfelaar, in dezen phalanx van absolutisten aan? Bij den meest absoluten van allen. Op welke wijze onderwierp Enjolras hem? Door zijne ideeën? Neen. Door zijn karakter.
»En zoo ik nu eens de brutale kracht van het fanatisme had willen symboliseeren, als repoussoir van de bovennatuurlijke kracht des geloofs om te lijden, om te vergeven, om God te verheerlijken?" en des kunstenaars oogen straalden van zonderlinge geestverrukking, terwijl hij ze onwillekeurig naar boven hief, als werden deze woorden niet voor zijn toehoorder gesproken, »maar," vervolgde hij, op eens in geheel veranderden toon, terwijl hij zijn hoed weer opzette en over zijn stoel leunen ging. »Gij zijt dus mijne schilderij in de kerk gaan zien; dat is een bewijs van belangstelling waarvoor ik je dankbaar ben."
Onomwonden wees deze hoofdofficier hem op de gevaren, welke een leger ginds dreigden door de daar heerschende schaarste aan levensmiddelen en fourage, de onafzienbare, zoo goed als onbewoonde landstreken, die moesten gepasseerd, den staat van doffe onverschilligheid waarin de bevolking van Litthauen onder het juk der Russen was verzonken, het gloeiende fanatisme der Moskovieten zelven en op de volslagen onmogelijkheid om zoodra de winter inviel, met een leger het veld te houden.
Er waren er onder, die bijna niet meer loopen konden en door twee jonge mannen beiderzijds ondersteund werden. De oudsten stonden vooraan en het dichtst bij den muur. Heilig fanatisme blonk in aller oogen. Is het denkbaar, dat nu reeds vele eeuwen lang de Joden zich hier telkens met hetzelfde doel weder verzamelen en daar zoo lamenteerende hunne gebeden opzenden?
Het fanatisme voor den degen greep hem aan en paarde zich aan zijn enthousiasme voor de gedachte. Hij lette er niet op, dat hij de kracht, vermengd met het genie, bewonderde; dat hij namelijk in zijn vergoding tegelijkertijd het goddelijke en het ruwe vereerde. In verschillende opzichten bedroog hij zich nu weder op een andere wijze. Hij keurde alles goed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek