Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
"Ik moet u zeggen, dat ik niet kan toestaan... Zijn Excellentie vertegenwoordigt hier Zijne Majesteit!" "Och wat Majesteit... larie! Voor ons is er geen anderen koning dan de wettige...." "Halt!" riep de luitenant dreigend en alsof hij zich tot zijn soldaten richtte, "u trekt alles in wat u gezegd heeft, of ik geef er morgen kennis van aan den gouverneur..."
Ik heb hier een brief van Zijne Excellentie den Gouverneur van Utrecht, die over je handelt. Je hebt geweigerd de bevelen van luitenant Veere op te volgen, hé?" "Edel Achtbare, ik wist niet dat ik onder de bevelen van een luitenant kon staan." "Nu ja; laten we nu niet over een paar woorden kibbelen! Waarom was dat?"
Het request eigenlijk een protest was gedateerd: 24 oktober 1940. Het l uidde als volgt: Excellentie De ondergetekenden, vertegenwoordigende de navolgende Protestantse Kerken in Nederland in zaken betreffende de verhouding dezer kerkgenootschappen tot de Hoge Overheid, te weten: 1. De Nederlandse Hervormde Kerk; 2. De Gereformeerde Kerken; 3. De Christelijke Gereformeerde Kerk; 4.
Ik geloof, dat ik u mijn vertrouwen kan schenken". Zeer eerbiedig antwoordde ik: "Is het mogelijk, dat Uwe Excellentie mij met zulk een gunst zou willen vereeren? Maar die goedheid is groot genoeg, om mij geheime vijanden te bezorgen. Ik vrees voornamelijk de afgunst van één man, van don Rodrigo de Calderone". "Van dien kant behoeft ge niets te vreezen.
"Uwe Excellentie heeft alleen maar de kruiperige stedelingen leeren kennen, u kent onze eenvoudige dorpelingen niet: anders had u wel echte mannen gezien, als een edelmoedig hart en een eenvoudige levenswijze voldoende zijn om iemand een echt man te doen noemen." De gouverneur stond op, en begon in de zaal heen en weer te stappen. "Meneer Ibarra," riep hij opeens stilstaande.
"Neem even plaats menheer Kippelaan;" zegt Van Barneveld met een aanwijzende beweging der hand, waardoor hij die hand voor een verovering van den bezoeker zoekt te vrijwaren. Doch, Kippelaan heeft zijn prooi reeds bemachtigd en dubt er mee op en neer. "Pardon, pardon excellentie, ik kan bij deze gelegenheid niet nalaten u nogmaals van harte, van harte...."
"Gij vreest niet den terugtocht te ondernemen?" vroeg de Prins. "Neen, Uwe Excellentie!" antwoordde de knaap: "ik ben er eenmaal doorgekomen, en met Gods hulp hoop ik, dat het mij weder gelukken zal." "Hij zij met u, mijn brave jongen," hernam de Prins, hem de hand op 't hoofd leggende: "ga in vrede." Bemoedigd en vroolijk nam onze knaap den terugtocht aan.
Zijne Excellentie sloeg inderdaad den jongeman met blijkbare voldoening gade. "Meneer...u bent wel goed!" "Uw verwondering is niet vleiend, 't is alsof u zegt dat u geen goede ontvangst van me verwachtte: dat is twijfelen aan mijn rechtvaardigheid!"
Uwe Excellentie gevoelt dat uit zulk een geval de bedenkelijkste gevolgen kunnen voortkomen; maar de allezins vreedzame ingezetenen keerden wel bedroefd, maar rustig naar hunne woningen terug.
Zijne Excellentie had de beleefdheid, een kleine rijksstoomboot tot onze beschikking te stellen; en dank zij de bereidwilligheid en den ijver van hoogere en lagere ambtenaren, konden wij reeds eene week na onze aankomst de reis naar de straat Soenda aanvaarden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek