Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Zie de breedere voorstelling van laatstvermelde groote gebeurtenissen, welke hier eigenlijk te beknopt zijn medegedeeld, in de Geschiedkundige Beschrijving van Leeuwarden, I 227 env. en de daarbij vermelde bronnen en schrijvers.
Gedenkt hem, Nassaus huis, gy, zyn doorluchte neven, Van ouds gedragen op der Christnen heilgebed! Gy, uit zyn Frieschen stam op Neêrlands troon verheven, o Koning, op wiens keus meer dan Europa let! Zangen uit verscheidenen leeftijd, 1847, 110. Vele berigten omtrent deze Stadhouders heb ik medegedeeld in de Geschiedkundige Beschrijving van Leeuwarden, II 2, 3, 95, 296-319, 427 env.
WINSEMIUS, 743 env.; V. REYD, 54; Charterb. Gelukkig dus voor Friesland, dat MERODE zijn ontslag verzocht en bekwam; doch nog gelukkiger, dat de Prins van Oranje, op verzoek der Friesche steden, in diens plaats stelde zijns broeders zoon, den vier-en-twintigjarigen Graaf WILLEM LODEWIJK van Nassau, die in Maart 1584 de regering aanvaardde.
Zie deze stukken in het Charterboek, II 627, 628 env. De herstelling of wel bijna geheele vernieuwing van dezen dijk was echter nu een dringend vereischte. De Buitendijksters, die de kosten daarvan op 300,000 Gld. begroot hadden, klaagden hunnen nood aan den Koning.
De deugden en bekwaamheden van hen en hunne gemalinnen, die soms, bij minderjarigheid des opvolgers, de teugels van het bewind opvatten, leven nog voort in eene eervolle nagedachtenis. Zie de geschiedenis van dit en de andere Vorstelijke Gebouwen te Leeuwarden in de Geschiedk. Beschrijv. II 295 env. en eene Volglijst dezer Stadhouders in de tweede Tijdrekenk. Lijst hier achter.
Dat hiervan misbruik werd gemaakt en dat vooral Prins WILLEM V zijne vrienden als Premier aan het hoofd der Magistraten stelde, heeft in het laatste tijdperk der republiek veel stof tot misnoegen gegeven. Amst. 1783, bl. 241, env. Ook dáárom trokken sommige steden in 1782 deze vrijwillige opdragt in, en vernieuwden zij vervolgens zelve hare Magistraat.
Veler achting viel hem daardoor ten deel, bij al de strenge maatregelen, welke hij op bevel van ALVA moest nemen, om het Spaansche gezag te schragen. Hierdoor kwam hij nog beter in de gelegenheid, om zich van zijnen belangrijken last te kwijten . Zie al de stukken in het Charterb. III, 869, 876, 884, 891, 894, 902 env.; CAROLUS, 235; KOK, Vaderl. Woordenb. 24e dl. 309.
Uitvoerige bijzonderheden omtrent al het voorgevallene vindt men in de belangrijke werken van dien tijd: Holl. Mercurius, 152, en d'Ontwaekte Leeuw, Amst. 1673, I 36, 47, 60, 74, 122, 130; II 15, 46, 47 env.; SYLVIUS, I 653; zie ook VAN LEEUWEN, Kronyk, 254.
Doch in den Keizerlijken giftbrief was zijn gezag als Erf-Potestaat of Gubernator beperkt, en bleven de Friezen, onder de bescherming des rijks, in het bezit van hunne vroegere voorregten, welke daarin erkend werden. Zie Charterb. I 786 env. Aant. 16, op bladz. 146. Groote Pier.
Leeuw. 1699, II 11, 53 env., en Vreede, Geschied- en Letterk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek