Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
In "Straffe Gods" vindt men hetzelfde wraak-gegeven als in "Het Vrouwtje van Stavoren." Hij, die niet barmhartig is, moet het boeten. Vreemd, dat het vrouwefiguren zijn: misschien is dit wel, om de tegenstelling nog scherper te maken. Een soortgelijk verhaal is te vinden bij Wolf S 254. Hier speelt het echter in Gent. Het steenen brood wordt vertoond in de Pharaildiskerk.
In den mond van mystieken beteekent zulk eene uitdrukking m.i. eer: dat men zich een schepsel Gods dan dat men zich van adellijk geslacht voelt. Proza, bl. 59, 77; Ged., bl. 252, 254, 257. 3. PO
Zij had verscheiden tempels te Rome; in den oudsten, die bij het Capitolium lag en volgens de sage door Numa gewijd was, werd zij als F. publica populi Romani vereerd. In werkelijkheid is de tempel eerst gebouwd in 254 of 250, maar de dienst was ouder. Het zinnebeeld der trouw waren twee in elkaar gelegde handen. Fidius, z. Dius Fidius.
Chastellain, I p. 188. Alienor de Poitiers, Les honneurs de la cour, p. 254. Rel. de S. Denis, II p. 114. Chastellain, I p. 49, V p. 240; vgl. La Marche, I p. 201; Monstrelet, III p. 358; Lefèvre de S. Remy, I p. 380. Chastellain. V p. 228, vgl. IV p. 210. Chastellain, III p. 296; IV p. 213, 216. Chronique scandaleuse. Interpol. II p. 332. Lettres de Louis XI, X p. 110.
Uitvoerige bijzonderheden omtrent al het voorgevallene vindt men in de belangrijke werken van dien tijd: Holl. Mercurius, 152, en d'Ontwaekte Leeuw, Amst. 1673, I 36, 47, 60, 74, 122, 130; II 15, 46, 47 env.; SYLVIUS, I 653; zie ook VAN LEEUWEN, Kronyk, 254.
Dit zal er ook altijd blijven bestaan, omdat deze in onderscheidene tijdperken uiteenliepen, en omdat wij uit die tijden zelve deswege geene naauwkeurige opgaven bezitten. Men zie daarover de Vrije Fries, IV 20 en 254; Tegenw. Staat van Friesland, I 46, enz. Westendorp, Jaarboek van en voor de prov.
Hiervan heeft Eunapius gebruik gemaakt, waaruit later wederom Zosimus geput heeft. Oricum, -us, Orikon, -os, grieksche zeestad in het Noorden van Epirus nabij de Ceraunische bergen. C. te Alexandrië, gest. 254 te Tyrus, leerling van Clemens Alexandrinus.
Zie zijne Beknopte Geschiedenis der Letteren en Wetenschappen in de Nederlanden, Delft 1826, III 254, 258. Hoe aangenaam en belangrijk het behandelen van dit onderwerp ook zij, het volbrengen daarvan moet ik echter aan een ander beoefenaar van wetenschap en kunst in deze provincie overlaten.
Door het bevestigend antwoord een weinig gerustgesteld, stapt hij moedig verder: wederom aan een huis gekomen, waar licht aan de deur brandt, gaat hij er voor staan en leest nu: "ZZ 254." Nu is hij geheel uit de lijken geslagen; want hij begrijpt niets van het nummeringstelsel, dat hier gevolgd wordt, noch hoe zich 254 kan bevinden tusschen 334 en 424.
Hoewel de steden deze aannamen, werd ze door de Staten der landkwartieren strengelijk verboden en de oude wijze van kerkbestuur en beroeping van predikanten gehandhaafd . Zie de stukken betrekkelijk de Synode in het Charterb. V 219, 229, 230, 249, 253, 254, 258, 269, 270; Reg. Staats-res. 378, 785; WINSEMIUS, 900; FOEKE SJOERDS, Beschrijv. II 738; LORGION, de Herv.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek