Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Eindelijk zag hij een geknakten tak. Hier moet iemand gegaan zijn! dacht hij; en scherp toeziende, vond hij een soort weg, aangewezen door geknakte takjes, en verflenste blaadjes, die hem eindelijk op het breede pad bracht, dat naar Elze's huisje moest voeren. Hoewel dood-moe versnelde hij zijn pas, en zag weldra het huisje, en Elze, omringd door haar duiven, op de bank zitten.
Aarzelend bukte hij zich, en wierp een mooi, rood vruchtje in Elze's mandje; en weldra zocht hij even ijverig onder de beschuttende groene blaadjes als het meisje, wier helder schater-lachje telkens vroolijk uitschoot, alsof ze 't maar met moeite vasthield achter haar half-open lippen.
Hij rustte niet, voor het sombere boschpad hem geheimzinnig had opgenomen in zijn groene armen. Toen wierp hij zich op 't mos, dankbaar alleen te zijn. Hoe hij den weg zou vinden naar Elze's huisje, wist hij zelf niet; maar hij wilde het bereiken.
Ik zal u armer verlaten.... Des konings blik verzachtte; een klein lachje speelde om zijn lippen. Ik zal u door mijn schatbewaarder laten geven wat ge vraagt! Bewaart die ook het levensgeluk voor mijn kind? Getroffen zweeg de koning. Toen reikte hij Elze's vader de hand. Ziehier! zei hij. Bedoelt ge hiermee, o koning, dat uw hand dit geluk bewaren zal?
Den volgenden dag wendde zij zware ongesteldheid voor; en hield zich zóó ziek, dat de prins en de oude koning zich zeer bezorgd maakten. De bekwaamste geneesheeren werden geraadpleegd; die, niets van Elze's ziekte begrijpende, vreemde namen verzonnen, waarachter zij hun onkunde verborgen.
O, zie toch die zware lokken! prees de een, over Elze's haar strijkende. Hoe zullen wij ze vlechten, zóó, dat de gouden kroon niet dof wordt bij dit glanzende goud. Hoe bleek zal het satijn van uw trouw-kleed worden, bij het blank van uw huid, prinses! vleide een tweede. Droef zal kwijnen het geschitter van uw diamanten halssieraad, bij het stralen van uw oogen! zei een derde.
Nu wil ik uw hand kussen! antwoordde de oude man, en boog zijn eene knie ten teeken van eerbied; en niet omdat gij een koning zijt, en ook niet omdat gij mij verstand toekent; maar omdat de mensch in u sterker is dan de koning, en de vader sterker dan de mensch. Toen knielden ook de prins en Elze neer, en de koning zegende hen, terwijl Elze's vader zich bescheiden terugtrok.
Elze, die juist bezig was haar duiven te voederen, ontroerde zóó, dat ze duizelde. Heidaar, jongen! riep de prins, van het paard springend, terwijl hij haar de teugels toewierp. Houd mijn paard eens vast. De prins stiet de deur van het huisje open; maar toen hij zag dat het leeg was, ging hij zitten wachten op de bank. Hij wilde Elze's vader zien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek