Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Tusschen de zware takken van die eeuwenoude boomen, heeft men een soort van terrassen of plankenvloeren aangebracht: de bezoekers van de villa kunnen dus, des verkiezende, te midden van het lommer, eenige ellen boven den grond, een luchtje scheppen, of hunne siësta houden.
Terwijl wij aldus beslag legden op den put, schaarden zich een honderdtal tortelduiven, blijkbaar weinig gesticht door mijne tegenwoordigheid, op een afstand van nauwelijks tien ellen op den grond; nog andere vogels voegden zich daarbij. Ik maakte zoo weinig mogelijk beweging, om de lieve, bevallige diertjes niet te verschrikken: weldra was ik dan ook omringd door dichte zwermen van vogels.
Ze vraagt zich af of ze op weg is gek te worden en gaat zitten om te rusten en na te denken. Maar een oogenblik later is ze weer op weg, telt de ellen en de vamen, tot ze mijlen heeft, rust in de hutten, en slaapt dag noch nacht, eer ze de dertig mijl heeft afgelegd. In al den tijd, dat zij gearresteerd zit, heeft zij bijna nooit geslapen.
Die naalden of obelisken, geologisch van dezelfde formatie als de bergwanden, zijn ongelijk van hoogte en omvang; de grootste, aan den oever der beek oprijzende, is meer dan twaalf ellen hoog; de anderen, op een rij naast elkander staande, nemen regelmatig in hoogte af naarmate zij den berg naderen.
De inwoners verzekeren de vreemdelingen, dat die reuzenmuren gebouwd zijn met steenen, die niet in het land zelf gevonden worden: dit is eene dwaling; maar een feit is het, dat men die steenklompen zeshonderd ellen hoog heeft moeten opvoeren, om ze te kunnen opeenstapelen.
Zy bad met woorden uit de ziel, Maar diepe eerbiedenis: »O zeg, Mevrouwe! hoog van staat, »Die my steeds gunstig gade slaat, »Zeg wie mijn vader is?" De Rijksprinces verschoot van blos, En siddrend boog ze saâm: »Wat raadslen, Ellen! vraagt ge my... »Wat weet ik wie uw vader zij? »Wie noemde me ooit zijn naam?"
Deze kolossale kop heeft eene hoogte van vier ellen; de oogen, de neus, de onderlip zijn gevormd uit ruwe steenblokken, die, even als de wangen, met versche cement zijn bestreken; de ornamenten ter rechter- en ter linkerzijde zijn evenzoo van cement; aan de versierselen links, die beter bewaard zijn gebleven, bespeuren wij nog die dubbele spiralen, zinnebeeldige voorstellingen van den wind of den adem, het woord, die wij reeds zoowel te Mexico als te Palenque hebben gezien en die wij te Chichen-Itza zullen terugvinden.
Reeds op weinige ellen afstand verloren de voorwerpen hunne vormen en vóór ons zagen wij niets dan de sneeuw, die in steeds dichter vlokken neerviel en ons omringde als in de mazen van een onmetelijk net.
De wanden van den berg, die tusschen de negentig en honderdtwintig ellen hoog is, rijzen bijna loodrecht uit de vlakte op; een hooge gekanteelde muur, met zware torens voorzien, loopt langs den rand van den afgrond.
Gelukkiger waren de twee reusachtige steeneiken, wier stam eenige ellen in omtrek meet, en die een sieraad zijn van den tuin ter linkerhand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek