Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Zij zag alleen, dat hij rustig was en zich achteraf hield, en dat beviel haar in hem. Hij verstoorde haar diepe verslagenheid van geest niet door te onpas gesprekken te beginnen. Zij kreeg voor 't eerst aanleiding om op hem te letten en nog gunstiger over hem te gaan denken door eene opmerking, die Elinor op zekeren dag toevallig maakte over het verschil tusschen hem en zijn zuster.
Elinor maakte met genoegen gebruik van het eerste voorstel, en zoodoende, met een weinigje van die handigheid, die Marianne steeds versmaadde in praktijk te brengen, kreeg zij haar eigen zin, terwijl ze meteen Lady Middleton pleizier deed.
"Neen," antwoordde Elinor, voorzichtig in het uiten van haar werkelijke meening omtrent Edward's moeder, en niet verlangend te bevredigen wat haar onbescheiden nieuwsgierigheid scheen: "ik weet niets van haar af."
Haar vroegere vrees, thans en met meer reden, opnieuw gewekt, deed haar omtrent den afloop geen twijfel koesteren, en hoewel zij poogde, Elinor woorden van troost toe te spreken, haar stellige overtuiging omtrent het gevaar, waarin Marianne verkeerde, liet haar niet toe, den troost der hoop te verleenen. Het deed haar innig verdriet.
"Nog niet," antwoordde Elinor, terwijl zij, zonder te laten merken hoe zij geschrikt was, Marianne hielp, weer te gaan liggen; "maar zij zal nu, hoop ik, spoedig komen. Het is een heel eind, van hier naar Barton; dat weet je wel." "Maar ze moet niet over Londen gaan," riep Marianne, op denzelfden gejaagden toon. "Als ze naar Londen gaat, dan zal ik haar niet meer zien."
Nadat er een tijdlang weinig gezegd en nog minder gedaan was, nam Lady Middleton plaats aan de speeltafel, en daar Marianne geen lust had om rond te loopen, gingen zij en Elinor, die gelukkig stoelen hadden kunnen bemachtigen, niet ver van de tafel zitten.
Zij is een bloedverwante van den Kolonel, lieve kind, heel na verwant. We zullen maar niet zeggen, hoe na, om den jongen dames geen aanstoot te geven." Iets zachter zei ze tegen Elinor: "Ze is zijn natuurlijke dochter." "Is het waar?" "O ja; en ze lijkt sprekend op hem. Ik wed dat de Kolonel haar al zijn geld nalaat."
Onder de voorwerpen, die het landschap stoffeerden, bespeurden zij spoedig een, dat zich bewoog; het was een man te paard, die naderbij kwam. Na een paar minuten zagen zij, dat het een heer was, en een oogenblik later riep Marianne vol verrukking: "Hij is het; o zeker! ik weet dat hij het is!" en zij wilde hem reeds tegemoetsnellen, toen Elinor haastig zeide: "Werkelijk Marianne, je vergist je.
Zij was verstandig en vlug van begrip; maar in alles heftig; haar verdriet, haar vreugde kenden geen matiging. Zij was edelmoedig, beminnelijk, boeiend; ze was alles, behalve voorzichtig. De gelijkenis tusschen haar en hare moeder was opvallend groot. Elinor zag, niet zonder zorg, die overmaat van gevoeligheid bij haar zuster; doch door Mevrouw Dashwood werd deze gewaardeerd en aangewakkerd.
Welke gevoelens wekten zij niet, in vereeniging met het jaargetij, met de geheele atmosfeer! Nu is er niemand, die acht op hen slaat. Ze worden beschouwd als een last, haastig weggeveegd, en zooveel mogelijk aan het gezicht onttrokken." "Niet iedereen," zei Elinor, "is zóó verrukt van dorre bladeren als jij." "Neen, mijn gevoelens worden niet dikwijls gedeeld, niet dikwijls begrepen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek