Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Ach, mijn vriend, hoe dank ik je voor alle vreugd, die je me geschonken hebt." Zulke woorden en nog veel meer zou men willen zeggen. Maar de Majoorske lag in een gloeiende koorts, en de stemmen der kavaliers konden haar niet bereiken. Zou zij dan nooit te weten komen, hoe zij gewerkt hadden, hoe zij haar arbeid overgenomen en Ekeby's eer gered hadden? Zou zij dat nooit te weten komen?

Aan de beek loopen de golven storm op Ekeby's eer en aanzien; maar in de groote zalen heerscht alleen vreugde en gespannen verwachting; de kaarsen schitteren, de wijn stroomt; daarbinnen denkt niemand aan wat daarbuiten gebeurt, in den donkeren, stormachtigen voorjaarsnacht. Nu is het oogenblik gekomen. Gösta staat op en gaat zijn bruid halen. Hij moet door de vestibule.

En als een zwellende stroom gaat de verbittering door de rijen, van de ouden naar de vrouwen, van de vrouwen naar de sterke mannen vooraan. 't Is de najaarsstroom, die komt. Weet ge nog wel hoe de voorjaarsstroom kwam, kavaliers? Nu komen de golven van de bergen, nu gaat er opnieuw een adem van verwoesting over Ekeby's macht en eer.

Daarop stond hij op en ging heen. En weer werd het drukkend stil in de woning van de kavaliers. Maar voor ieder van hen lagen een paar takjes van den "schandeheuvel". En van die takjes klonken allerlei akelige vragen: "Waar is de Majoorske? Wat is er van Ekeby's eer en macht geworden? Waarom is kapitein Lennart vermoord? Waar is de rijkdom van Löfsjö?"

Honderden gasten zijn in Ekeby's groote zalen bijeen. 't Meisje met de bezems wacht in de keuken. Het spannend oogenblik van de verrassing is gekomen. De champagne parelt in de glazen. Julius staat op om den eersten toast te houden. Al de oude avonturiers verheugen zich over de stomme verbazing, die over het gezelschap zal komen.

"Beste vrienden," zeggen de kavaliers, "besten vrienden, jullie zijn moe en hongerig, laat ons je wat te eten geven en proeft eerst van Ekeby's eigengemaakten brandewijn." De menigte wil er niet van hooren. Zij huilt en dreigt. Maar de kavaliers worden niet boos. "Wacht maar," antwoorden ze, "wacht maar even. Zie, Ekeby is open. De kelderdeur, de provisiekamer, de melkkamer, alles is open.

Maar in 't bosch en in 't moeras komt beweging. "Help, help!" roept de klok. "Na eeuwen van slavernij hebben we ons eindelijk vrijgemaakt. Komt, komt!" De bruisende golven en de luidende fabrieksklok zingen het doodslied over Ekeby's eer en roem. En intusschen wordt de eene bode na den anderen naar de kavaliers gezonden. Zijn zij in een stemming om aan de smidse en den molen te denken?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek