Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
De beste krijgslieden des lands hadden zich, als eene eerewacht, om hem geschaard. De opperdruïde en zijne priesters, in lange, witte kleederen, volgden en hunne lijfwacht sloot den stoet, die zich in volmaakte orde rondom den eik plaatste. De krijgsbazuinen schalden en onmiddellijk daarna nam een der opperhoofden het woord. «Mannen» sprak hij, «groote gevaren bedreigen ons.
De groote majestueuze eik was in zijn heerlijkheid niet volkomen gelukkig, zonder hen allen, groot en klein, bij zich te hebben, en dit gevoel trilde door alle takken, alle bladeren, innig en krachtig als door een menschelijke borst. De kroon van den boom wiegelde zich heen en weer, als zocht zij in dringend verlangen; zij staarde achterwaarts.
Zich aan elkaar verstaanbaar maken konden zij, al hadden andere geluiden zulks niet verhinderd, niet, door het woedend klepperen van het oude zeil. De storm verhief zich meer en meer, en weldra rukte het zeil zich van zijne banden los en ijlde voort op de vleugelen van den wind. De knapen grepen elkaar bij de hand en vluchtten onder het schutsdak van den grooten eik, aan den kant der rivier.
Selli, Selloi, Helloi, priesters van het orakel van Zeus te Dodona, die uit het ruischen der bladeren van den heiligen eik de toekomst voorspelden. Zij waren gewoon op den blooten grond te slapen en hunne voeten niet te wasschen. Helli of Selli is ook de naam van de oorspronkelijke bevolking van Hellopia; zie Epirus. Sellisternium.
In de diepte ziet men reusachtige bessenboompjes; in een der hoeken is een perzikboom even hoog opgeschoten als een eik; in het midden werpt een korte laan van lindenboomen haar schaduwen af, het is een lommerrijk plekje, waar de ouden van dagen in den zomer hun pijp komen rooken. De zon is brandend, de sprinkhanen schrikken op, gouden vliegen gonzen vol vreugde in de warme lucht.
"Zij vechten als hun beren "Op sneeuwland, fel verwoed, "En als twee aad'laars weren "Zich boven wilden vloed. "Zelfs hechte rotsen zouden "Hen nauwelijks weerstaan, "De sterkste eik der wouden "Viel vast voor minder slaan "Hun zweet vloeit neer in stroomen, "Hun borsten zwoegen wild; "Ook krijgen steenen, boomen "Den slag van speer die trilt." Tegnér, Frithiof-sage.
De vergaderplaats was bij een ouden eik; niet dezelfde, waarheen Locksley vroeger Gurth en Wamba gevoerd had, maar een andere, welke het middelpunt was van een boomvrijen kring, een halve mijl van het vernielde kasteel van Torquilstone verwijderd.
Vaak dronken zij zijn meede onder den Branstock, een grooten eik, die midden in zijn hal stond en het dak doorboorde en het geheele huis overschaduwde.
De eik stond daar wakend op zijn lentemorgen, zijn zomermiddag en zijn herfstavond; met rasse schreden naderde zijn rusttijd, zijn nacht. De winter was ophanden. Reeds zongen de stormen hun «Goeden nacht! Goeden nacht!» Hier viel een blad, daar viel een blad. «Wij rukken en schudden! Ga slapen, ga slapen!
Aanstonds ontrukte ik mijn geest aan de lectuur, concentreerde deze op het reglement van krijgstucht, en maakte aanstalten, om, verrijzende uit mijne liederlijk gemakzuchtige houding, die aan te nemen van eenen jongen eik...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek