Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Waarom, zoo vraagt nu op zijne beurt de Groot, ontkennen Carneades en Horatius, dat er een natuurrecht bestaat? Hierom, omdat zij willen, dat de mensch van nature zelfzuchtig is. Hij is een egoïst. Dat zij zich hierin hebben bedrogen, toont de Groot dan verder aan. Tegelijkertijd ontneemt hij hun den grond van hun beweren, omtrent het niet bestaan van het natuurrecht.

Maar daartusschen ligt een boekje, dat in den gedachtengang een overgangslid vormt. Naast de school werd in Gift de kerk geschetst als een der machten, die de zelfstandigheid in den mensch dooden en hem tot een kruipenden egoïst maken. De logica van zijn gedachtengang en zijn persoonlijke ervaringen brengen nu den dichter er toe, een hoofdaanval op de staatskerk en hare dienaars te richten.

Ik geloof, dat je een gloeiende egoïst bent. Ik geloof ook niet, dat een vrouw veel steun aan je zou hebben. Je bent zwak... ik meen natuurlijk moreel... Zij gevoelde aanstonds berouw over hare woorden, en zij was geërgerd over haar onvoorzichtigheid. Zij huiverde bijna, nu hij haar met zijn geheimzinnigen glimlach aanzag, met zijn zachten, fletsen slangenblik.

"De laatste sluiers zijn verscheurd; ik heb veel huiselijk leed. Binnen een paar maanden kan ik te Parijs zijn. Bezorg mij daar in den omtrek of in Bourgondië een buiten. Daarin denk ik mij op te sluiten. Ik heb behoefte aan alleen zijn. De grootheid verveelt mij. Op mijn negen en twintigste jaar ben ik hard op weg een egoïst te worden.

Was hij dan als door een tooverslag niet meer wuft en ijdel, egoïst en zwak? Misschien wel; in allen geval scheen hij nu, ver van die meisjes, van zijn moeder, van zijn kennissen, beter. En zij beloofde zich hem geen verwijtingen te doen, omdat hij haar dan zeker zou beginnen te haten. Maar zij moest bij zichzelve glimlachen om die gelofte, want hij maakte haar die tegenwoordig wel gemakkelijk!

In Lili, een weinig egoïst en kortzichtig in haar huishouden en de zorg harer twee blonde kleintjes verloren, vond zij geen medegevoel voor haar eenzaamheid, maar zij verweet het hare zuster niet, dat deze haar niet begreep. En dan, wat zou het hebben geholpen, al had Lili haar begrepen; welke troost zou het hebben geschonken!

Aldus bestaat bij een hoog intellectueel ontwikkeld mensch, een ver en diep ziende geest parende aan groote wijsgeerige kennis, en zich verheffende boven het heden en de omgeving, een drang om opofferingen in het heden ligt te tellen, om niet een alles aan zijn eigen en oogenblikkelijk belang opofferend bekrompen egoïst te blijven en om door de ruimte van zijn blik, tot regtvaardigheid geleid te worden.

En hij schaamde zich weer wat, omdat 't toch niet warm genoeg klonk, wat hij zei. Hij vond zich zelf een kouden egoïst. In den trein was hij stil en schijnbaar slaperig. En lang lag hij dien avond wakker in zijn bed. Hij had wel willen huilen, maar zijn oogen bleven droog staren, hij werd niet week, hij kreeg geen medelijden met zich zelf.

Het is waar, er waren oogenblikken, 's nachts, wanneer hij slapeloos lag in zijn eigen zacht geurige kamer, of in een smerig hok van de beruchte herberg bij de Dokken, waar hij vaak, onder een anderen naam, verkleed, kwam oogenblikken, dat hij met medelijden dacht, aan de ellende, die hij over zijne ziel gebracht had, een medelijden, des te pijnlijker omdat het zuiver egoïst was.

Hoe onbeduidend en oppervlakkig, hoe gemaakt, egoïst en gedwongen kwam haar zijn geheele zijn en persoonlijkheid voor, als zij hem vergeleek bij Dorus' levendige natuur, goedhartigen eenvoud en bescheidenheid. Het scheen haar toe, als had zij den hoogen rug, die haar vroeger zoo akelig misvormd voorkwam, niet meer gezien.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek