Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Een poos later kreeg hij een schaak-rage: hij sloot zich op om, met behulp van een leiddraad, alle kombinaties en finesses van 't nobele spel te bestudeeren en speelde in zijn eentje partijen tot hij groen en geel zag: toen hij weer buiten kwam en naar een café holde om zijn kracht met andere schakers te meten was er niets over in zijn hoofd als verwarring en nevel. Maar dit ontmoedigde hem niet.

Hij was een en al zenuwachtige ongedurigheid. In Bussum ging hij wandelen, in zijn eentje, in 't gure regenweer en maakte zijn oom en tante ongerust door zijn gejaagde opgewondenheid. Oom sprak er over tegen tante.

En, ofschoon ik daar niet precies op gekleed was, en het ook al niet zoo buitengewoon convenieerde met den financieelen toestand van mijn beurs, toog ik maar onversaagd, in mijn eentje, maar vol genoeg van gedachten en gewaarwordingen voor tien, naar Martin's en liet mij daar royaal bedienen. Ik was alleen en niet alleen: ik was met haar in mijn gedachten!

"Vertel een blanke dat er pareloesters zijn in de een of andere lagune die onveilig gemaakt door tienduizend brullende kannibalen, en hij zal er op uit trekken, heelemaal in z'n eentje, met een half dozijn Kanaka duikers en een blikken wekker als chronometer, alles als sardientjes gepakt in een handige kits van vijf ton.

Of hij sloop stilletjes weg en ging in zijn eentje een wandeling maken, maar dan kwam hij toch meest heel gauw terug; en toen hij bemerkte, dat hij dan in de keuken moest blijven, om op te drogen en niet mocht binnen komen, beviel hem dat ook al niet en deed hij het niet meer. In gevaar. Het was Zondag en prachtig weer. Bruin werd voor den tentwagen gespannen.

Wanneer hij een mol ving, als hij honger had, begroef hij hem en ging weg om een muis of een vogel te vangen; en deze at hij op, terwijl hij den mol bewaarde om hem als buit mee thuis te brengen. Hij jaagde urenlang in z'n eentje en kwam miauwend thuis met alles wat hij gevangen had ratten, eekhoorns, konijnen, kwartels, patrijzen, en zelfs sprinkhanen, als er geen grooter wild op pad was.

Met deze woorden kwam Door eenige uren later de kamer binnenstormen. "Voor wie?" klonk het als uit één mond en Nel strekte haar hand al verlangend uit. "Mis, juffertje. Hij is voor Bobbie en Hansje." "Een brief, o Bobbie, zeker van maatje." "Of van vader, want paatje heeft ons er eentje beloofd." Door moest den brief laten kijken. "Ook een postzegel er op?"

Vooreerst hebt gij geleerd, evenals uw vriend Proteus uw armen over elkaâr te slaan als een onvergenoegde; u aan een liefdeliedje te goed te doen als een roodborstje; in uw eentje rond te wandelen als iemand, die de pest heeft gehad; te zuchten als een schooljongen, die zijn A-B-boek verloren heeft; te weenen als een jonge meid, die haar grootmoeder begraven heeft; te vasten als iemand, die de hongerkuur moet doorstaan; te waken als iemand, die voor diefstal beducht is; met een grienstem te spreken als een bedelaar op Allerheiligen.

Maar hij had toch maar op zijn eentje uitgevonden, dat proza niet allereerst moest zijn "het fel-rake woord," doch de stroomende volzin en de periode, en hij bracht die beginsels op boeiende wijze in praktijk. Hij had eigen denkbeelden over schilderkunst en bouwkunst en sierkunst, die dikwijls later als de juiste zijn erkend.

"Het schip is ons!" zei Mesty, "maar we moeten heel voorzichtig te werk gaan. Daar ligt er geloof ik eentje tusschen de kanonnen te slapen. Als de regen even vermindert, kunnen we beter zien. Stil allemaal." "Er moeten heel wat manschappen op dit schip zijn," merkte onze held op; "het is vrij groot en voert twaalf of veertien stukken geschut hoe zullen we er ons meester van maken?

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek