United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was zeer laag van verdieping en in een hoek stonden stoelen en tafels, stoven, doofpot, tang, kolenbak en nog veel meer, erg verward door elkander. De roode steenen vloer geleek veel op een modderzee, te midden waarvan moeder stond met een bezem in de eene, een dweil in de andere hand en een emmer water aan de voeten.

Het was zóo grijs-triestig, van zulk een krijschenden jammer, dat Eleazar het harde, stooterig doen der vrouw natuurlijk, vanzelfsprekend vond. Ze kneep weer de dweil met wringende rukken, telkens bukkend, opmoddrend het water dat bruin werd, valer van stank. Haar rok losgeslierd door 't verbeten werken, viel even neer dat de rand het water indronk.

"Anneke heeft 't te kwaad van de hitte vandaag," vertelde Jansen zijn vrouw in 't voorbijgaan. "Waar is ze dan? vroeg de moeder. Ik zag haar zoo even nog met een mijnwerker staan praten." "Met wie?" vroeg Jansen. "Ik geloof dat het Stoffels-Willem was." Jansen bromde wat voor zich heen, misnoegd. Maar zij spraken geen woord verder. Anna was weer opgestaan en had de dweil ter hand genomen.

Nou, in den pot kijkend en smerig van lip-trek, riep-ie hard: "Moeder!.. Moeder ze heit weer blóéd gekakt!" De vrouw, neersmijtend de dweil, schuurde door 't water, droogde de handen lomp-weg an 'r broek, nam 't kind van het dek, lei 't met sussend beweeg naast Dirkje en Truus, keek in den pot, bij de lamp.

Henriëtte zat naast haar op een voetenbankje en ondersteunde haar het hoofd, terwijl Suzanna een paar servetten had samengefrommeld, die zij als een dweil bezigde om den vloer wat te boenen.

De meid van de buren aan de overzijde ze houdt zooveel van Wim is op de stoep aan het werk en ziet verrast naar boven. "Weer beter?" vragen duidelijk haar mond en oogen, terwijl ze over haar emmer gebogen staat en haar dweil uitwringt. En daar de moeder slechts keuze heeft tusschen ontkennen en bevestigen, doet zij het laatste met een blijden knik.

Niemand sprak 'n woord de mannen wrokten de dweil perste water in den bek van den emmer, de voeten der vrouw trapten gaten van drift. Dirkje, die den pot bij 't oor hield en 't pijnlijk-drukkend meissie bij 'r buikje steunde, praatte 't eerst. De spichtige billetjes had-ie met 'n tip van de nachtpon geveegd.

De waterpot, helwit, dreef bij de pooten der tafel, zachjes dobbrend door 't golvend beweeg van de dweil. Stank van vuil dat lang in warmte gebroeid, stank van riolen en beerputten, door 't rijzend water geloosd, ontsteeg het glad-kalm water, dat de vrouw probeerde te hoozen.

Duinwater hadden we niet, elken dag voeren er schuiten met vaten zuiver drinkwater door de gracht, en terzelfder tijd spoelden sommige vrouwtjes hun waschgoed in die grachten uit. 't Water zag er altijd vuilzwart: leliën en rozen. En de bakker maakte er zijn dweil in nat, waarmee hij den oven »reinigde" voor ons brood. Ook de meeste straten waren vuil.

Wanneer men u een dweil geeft, om een vloer te reinigen, dan zult ge niet moeten aarzelen met het verwekken van breede plassen, daar ge anders onvoorwaardelijk onder verdenking zult komen van »te doen zoo'as je je selon thuis zwabbert