Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Als een voorkomende, zorgvolle zoon stapte hij aan haar linkerzijde onder de zwiepende en klagende boomgin. De regen had opgehouden, maar de wind loeide nog vervaarlijker in 't holle van den duisteren nacht. Wij stonden op den drempel van 't huis en zagen ze gaan. Zij spraken geen woord. Ook wij spraken geen enkel woord. Haar donkere rouwgestalte werd heel gauw onzichtbaar.
Toch, hoe vreeselijk het monster moge zijn, over welke moorddadige wapenen hij moge beschikken, toch wordt voet voor voet het rijk van den duisteren titan veroverd; toch dringen de kloeke scharen al verder en verder door in de ongemeten en ongepeilde afgronden, waarin hij schuilt en waarin hem de lichtstraal vervolgt, die den mensch den weg wijst in het harte der aarde.
Er is iets geruststellends in te weten, dat er over u gewaakt wordt in den duisteren nacht, dat van af brug en voorsteven een flinke Janmaat met spiedend oog op den tuikijk staat en dat het schip, al kraakt en dreunt het ook geweldig, krachtig en sterk is, beproefd door vele reizen. In de zwak belichte ruimte van 't logies voor Militairen staat de sergeant, die Bijbellezing zal houden.
Een vaartuig, klaar en glinsterend als kristal, dreef bij het strand op de breede vuurbaan. Aan het eene einde der boot stond Windekind's ranke gedaante, met het gouden voorwerp dat blonk in zijn hand. Aan het andere einde herkende Johannes den duisteren Dood. 'Windekind! Windekind! riep Johannes. Doch in denzelfden tijd dat Johannes het wondere vaartuig naderde, zag hij naar den horizon.
De zee bespeelde bijna den voet der voorgebergten, een pad van ter nauwernood een vadem breed overlatende. Tusschen twee vooruitstekende rotsen bemerkte men den ingang van een duisteren tunnel. "A.S.!" riep mijn oom. "Arne Saknussemm! Altijd Arne Saknussemm!" Arne Saknussemm. Altijd dalen. De schepen verbranden. Een weg voor de lava. De mijn moet springen.
Ten slotte waagt hij het in een duisteren nacht, de troep zoo dicht mogelijk opgesloten, in alle stilte dwars door het Russische bivak te marcheeren. Zoo bereikt hij Orscha. Hier stond de Keizer nog. Hij omhelsde zijn heldhaftigen onderbevelhebber, en was hartelijk verheugd hem levend en gezond weder te zien. "Ik had reeds niet meer op je gerekend."
„Wat zal moeder de vrouw er wel van zeggen, als zij ’t hoort”, denkt hij, terwijl hij op den nog duisteren Dam heen en weder rijdt. Hij glimlacht, want hij weet wel, dat zij zeggen zal: „Dadelijk naar ’t bureau brengen, Dirk! Eerlijk duurt het langst”, en
Buiten op 't ijs van het Löfvenmeer gaat de jonge gravin Dohna een duisteren, levensgevaarlijken gang, om Gösta Berling een waarschuwend woord te kunnen toefluisteren,
Wat vreeselijke worstelingen, wat zielverscheurende angsten en smarten heeft zij niet aanschouwd; welke onuitsprekelijke klachten en jammerkreten hebben daar niet weerklonken over die doodsche, grauwe wateren, door dien duisteren nevelsluier, als eene lijkwade over de golven verspreid: klachten en jammerkreten, door geen menschelijk oor vernomen, wegstervende in het loeien van den storm, het brullen der golven, het donderend kraken der ijsbergen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek