Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Zoo heb ik, zeg ik, dat stuk geteekend, al wordt de droogmaking niet zoo volledig als ik die wenschte: andere leden dier commissie met mij het wenschelijke van het droogmaken van het Spieringmeer opgegeven hebbende, alleen omdat wij op Rhijnlands medewerking staat maakten.
De Heer Sandberg zeide, »dat hij tegen het droogmaken van het Haarlemmermeer enz. zou moeten stemmen, vermits de gelden uit de bij de wet voorgestelde 30 millioen zouden moeten worden besteed ."
»Ik moet tot mijn leedwezen derhalve Z. M. verzoeken, de wet in nadere overweging te nemen, enz." Eindelijk verdedigde Z. E. de Minister van Financiën Jr. Beelaerts van Blokland, die tevens Lid der Kamer is, de wet, en zeide met betrekking tot het Haarlemmermeer: »Een ander gewigtig doel van het in beraadslaging zijnde wets-ontwerp is het droogmaken van de Haarlemmermeer.
Zijn Haarlemmer-Meerboek, hetwelk een ontwerp tot bedijken en droogmaken van het Haarlemmer-meer bevat, door hem, naar het schijnt, aan de Staten van Holland, aan den Stadhouder Frederik Hendrik, aan de Burgemeesteren en Raden van Amsterdam, Leiden, Haarlem en Gouda, en aan den Dijkgraaf en de Heemraden van Rhijnland, in den jare 1641, aangeboden.
»Wat de verdere werken enz. ." De Heer Romme was de derde spreker, en zeide: »Evenmin wil ik, door de afstemming der onderwerpelijke Wet, gehouden worden als tegen het droogmaken der Haarlemmer Meer op te treden; ook deze onderneming beschouw ik als nuttig en wenschelijk, en zoude mij aangaande de mogelijke uitvoering van dat belangrijke werk op de ervarenheid en het beleid van de directie van onzen algemeenen waterstaat willen verlaten; maar dewijl bij deze onderneming algemeene, gewestelijke en plaatselijke belangen betrokken zijn, zoo behooren ook deze in verhouding tot het voordeel, hetwelk de onderneming eventueel voor hen kan doen ontstaan, of den last, waarvan zij dien ten gevolge ontheven worden, daartoe bij te dragen.
Om boven aangegeven redenen wordt in dit wetsontwerp voorgesteld het droogmaken van twee der vier door de Staatscommissie aangegeven inpolderingen. De kruinshoogte van de dijken dezer droogmakerijen zal zijn 2,50 M. boven N.A.P. Wegens het belangrijk verschil in hoogte van den bodem, is het wenschelijk elke droogmakerij in verschillende afdeelingen te verdeelen en deze afzonderlijk te bemalen.
Van een plan in den jare 1808, op last van den toenmaligen Minister van Binnenlandsche Zaken , opgemaakt door den Inspecteur A. Blanken Jansz.; hetwelk in de archiven van den waterstaat berust. Geen tijdvak echter leverde zoo vele schriften over het droogmaken van genoemd Meer, als dat tusschen de jaren 1819 tot 1823. In het eerst gezegde jaar, in 1819, gaf de Heer Mr.
Hierop volgde de Heer de Bordes, welke zeide: »Wat het droogmaken van het Haarlemmermeer betreft, ben ik overtuigd van al het heilzame van hetzelve, en ik erken tevens, dat dit gedeelte van het ontwerp van wet zich om zeer vele redenen, uitgedrukt in de memorie van toelichting van het Gouvernement, aanbeveelt."
Welke bezwaren, uit den physieken toestand van het Hoogheemraadschap Rijnland ontleend, het droogmaken tot nog toe in den weg stonden, en op welke wijze die uit den weg zijn geruimd. Hoe veel bunders men hierdoor voor cultuur denkt te verkrijgen, en of deze dadelijk, dan wel eerst na verloop van vele jaren, vruchtdragend kunnen zijn?
Hier zag men de geestelijke heeren in gesprek, hun onderlinge ijverzucht onder den uiterlijken vorm van beleefdheid verbergende: wat verder een paar oude wapenbroeders, die elkander in langen tijd niet ontmoet hadden, elkander met een blijden groet de hand drukken: ginds wandelden eenige rijke Vetkoopers te zamen, en onderhielden zich over nieuwe plannen tot het verbeteren van gronden, het droogmaken van plassen of het oprichten van fabrieken, om, kon het zijn, den Groningers de loef af te steken; terwijl zij met een schamperen blik van verachting werden aangezien door dezen of genen Schieringer Edelman, die van geene takken van welvaart hooren wilde dan van jacht en vischvangst vooreerst, en daarna een weinig vetweiderij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek