United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Naar het schijnt, is zij over een groot deel van den aardbol verspreid; zij bewoont althans alle zeeën van het noordelijk halfrond, en draagt hier veel bij tot de tijdkorting van zeelieden en reizigers. De Dolfijn openbaart door zijne bewegingen zoo mogelijk een nog speelscher aard dan dien zijner verwanten.

Zij zwommen met troepjes van vijf of zes, en joegen de andere visschen na, evenals een troep wolven in het veld; overigens zijn zij niet minder vraatzuchtig dan de zeehonden, als ik ten minste geloof moet slaan aan het verhaal van een hoogleeraar te Kopenhagen, die verzekert dertien walrussen en vijftien robben in de maag van een dolfijn gevonden te hebben.

Hij lag in zijn kamertje, dat uit zag op het sierlijke atrium, waar de dolfijn den Amor in zijn staart hield gekronkeld en de fonteinstralen blies, in de water-doormurmelde, geurige, zongetemperde weelde van een verfijnden patriciër.

Die zag uit, rameloos, op een kleiner atrium, maar allersierlijkst den wand geschilderd met "oogbedrog" van zee, lucht, zuilen, dat vaag tusschen de wit bloeiende klimrozen in het avondgeschemer maar even verduidelijkte. Een marmeren dolfijn, in het waterbekken, blies een waterstraal, terwijl hij in zijn opgeheven staart omkrinkeld een Amor hield, die zijn teedere voeten omhoog stak.

Neptunus boog zijn drietand voorover en bood zijn dolfijn den commandant ten geschenke aan, zooals Amphitrite haren haring deed, ten teeken van onderwerping en hulde aan den Vertegenwoordiger van den koning van Groot-Brittanje. »Ik ben hier gekomen," zeide de god, »om u welkom te heeten in mijn gebied en u mijne vrouw en mijn kind voor te stellen."

Hij is het, van wien Plinius een aardig sprookje vertelt: een knaap had, door herhaaldelijk een Dolfijn met brood te voederen, diens genegenheid in zoo hooge mate gewonnen, dat dit dier hem verscheidene jaren achtereen, iederen dag over het meer Lucrinus naar de school in Puteolie droeg en op dezelfde wijze weer thuis bracht.

Deze merkwaardige Dolfijn die volgens de nieuwste onderzoekingen niet de eenige vertegenwoordiger van de orde der Cetaceën in de rivieren van Zuidoost-Azië is komt niet alleen in den Ganges en zijne bijrivieren voor, maar werd ook reeds in de Brahmapoetra en in den Indus aangetroffen. Zijn voedsel bestaat hoofdzakelijk uit Visschen en Schaaldieren.

Het gebit van den Dolfijn geeft duidelijk te kennen, dat hij een der ergste zee-roofdieren is; naar men zegt, verschoont hij zelfs zijne gewonde soortgenooten niet. Zijn voedsel bestaat uit Visschen, Schaaldieren, Koppootige Weekdieren en andere zeebewoners. Het liefst maakt hij jacht op Sardijnen, Haringen en Vliegende Visschen. Het wijfje werpt 10 maanden na de paring een jong van 50

Plinius maakt melding van een Dolfijn, genaamd Platanista, die in den Ganges leeft en volgens zijn beschrijving 7 M. lang zou worden. Dit dier bestaat werkelijk, maar is veel kleiner dan de oude, beroemde onderzoeker aangeeft; zijn lengte bedraagt namelijk omstreeks 2 M. De Soesoek of Snaveldolfijn van den Ganges (Platanista gangetica) onderscheidt zich van zijne verwanten door den zeer slanken lichaamsbouw, de halvemaanvormige, in twee lobben verdeelde staartvin en den bovenwaarts gekromden, langen, snavelvormigen snuit. De bovenkaak is zijdelings samengedrukt en vormt zoo een kam, die aan de voorzijde uitpuilt en van achteren breeder wordt, daar waar hij zich met het hooge, bolle voorhoofd vereenigt en de lange, smalle, nevens elkander geplaatste neusgaten omgeeft. Elke kaakhelft bevat 30

Ik durf zelfs niet gissen, welke winst hem deze handel oplevert: dat die winst zeer aanzienlijk is staat boven allen twijfel. Wij koopen van hem eenige stukken visch, althans van iets wat hij beweert visch te zijn, maar dat zoo sterk naar olie smaakt, dat wij er niets van kunnen gebruiken. Waarschijnlijk is het vleesch van den dolfijn, die in den Orinoco en in de Guaviare veelvuldig voorkomt.