Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Zie, als ik ween, dan nemen zij mijn tranen Deemoedig op en weenen schier met mij; En waren zij slechts statig aangekleed, Tribunen, hun gelijk, had Rome niet. Zacht is een steen als was, steenhard tribunen; Stom is een steen en krenkt niet, doch tribunen, Zij hebben tongen, die ten doode doemen. Doch waarom staat gij met getrokken zwaard?
En hoe vele boeiende overleveringen zijn niet verbonden aan dien belangwekkenden bodem; hoe vele herinneringen uit lang vervlogen dagen doemen dáar op voor onze verbeelding; hoe wordt daar de geest gestemd tot ernst en overdenking! En hoe eindeloos in getal, hoe veelsoortig en afwisselend zijn hier de historische herinneringen!
"In het dorp is men reeds lang wakker, en een half uur nadat de bel weerklonken heeft doemen uit nevel en mist kleine figuurtjes op, die gezamenlijk, in clubjes van twee of drie, maar ook alleen, zich schoolwaarts spoeden. De leerlingen hebben sedert lang niet meer de behoefte om steeds als een kudde te zamen te loopen.
Gij hebt mij God het Leven hooren noemen, Gij kent mijn hart, en weet wat ik verloor.... ’t Verloorne zal naast ú voor ’t ziels-oog doemen! Nu voort! Ik zag haar weêr, maar om te ontdekken, Dat weêrzien zien is, wat ik altijd zie.
Tegen den morgen gaat de wind eindelijk liggen; in het noordoosten kleurt zich de hemel, en in den zachten glans van den rozekleurigen dageraad doemen in de verte de groene koepels en de vergulde kruisen van het eiland Solowetsk voor onze blikken op.
Een serpent, een drake, meende Gawein kon plots, zekerlijk, voor hem doemen in de verwarring der takken en twijgen, die dikwerf den weg hun versperden of tusschen het door één gestrengeld struweel, waartusschen strompelden de gespoorde rossen.
Als men een ganschen dag lang, van de ochtendschemering tot den avond, onophoudelijk hetzelfde landschap heeft aanschouwd, dat niet achter ons wegzinkt in het verschiet dan om voor ons weer op te doemen; als onze oogen moede zijn van het staren op altijd dezelfde boschjes van acacia's, dezelfde korenvelden, dezelfde diep doorgroefde kleiwegen, dezelfde dorpen met hunne vierkante witte hutten, dezelfde poelen waarin ganzen spartelen, dezelfde putten met hunne schuine balken; als wij te vergeefs hebben uitgezien naar golvende heuvellijnen aan den schemerenden horizon: zie, dan is het een waar genot, weder eene meer afwisselende, rijker geschakeerde natuur te mogen aanschouwen, bergen, wouden, ruischende wateren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek