Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 oktober 2025


Het is niet het onmiddellijk reageeren op zintuigelijke indrukken, het is veel meer het opnemen van een algemeen wereldgevoel in de personaliteit. En dan zal poëzie worden de weerspiegeling van een algemeen wereldgevoel door het individu. Het is dus een tegenstelling van het zuivere impressionisme, het picturaal impressionisme, zooals Van Deyssel en Gorter het hebben geleverd.

Samen met Van Deyssel kwam ik toen tot de oprichting van het "Tweemaandelijksch Tijdschrift". Het doel was: te zoeken naar een kunst van meerdere bezonkenheid, maar waaraan poëzie en naturalistische waarneming gelijkelijk deel hadden. Ons tijdschrift werkte dan ook een poos in die richting, en daardoor werd het bij uitstek geschikt, om de meest verschillende elementen bij elkaar te krijgen.

... Indien de meneer in den trijpen voltaire, de vriendelijke meneer, met zijn netjes geschoren kaken en zijn stijve snorren, niet reeds lang de "echte" Van Deyssel voor mij was geworden.

Toen reeds was er een van de scherpste critici uit dien tijd, die in de groene "Amsterdammer" uitsprak: dat ik de eigenschappen van Kloos, Gorter en Van Deyssel bijeen had en een reusachtig kunstenaar zou worden. Dat is nu tien jaar geleden. Het was mijn eerste boek. Ik ging daarin vooral heftig te keer tegen Kloos, hoewel ik voor dien dichter veel bewondering had.

Die "andere en hoogere beteekenis", welke alleen uit den klank van de zin moet worden opgevangen en die door het koele logische verstand niet kan worden gewaardeerd, behoeft dus, volgens de meening van van Deyssel, zooals die ontwijfelbaar uit zijn geheele opstel blijkt, niet met de vertaling verloren te gaan . Wat in een geschrift alleen absoluut onvertaalbaar is, behoort in aesthetischen zin tot een lagere orde: nl. de uiterlijke klank en rhythmus van de taal.

Om dit in zijne eigen vertaling van Villiers de L'Isle Adam's Akëdysséril te bereiken, heeft van Deyssel op sommige plaatsen den Franschen tekst niet letterlijk gevolgd, en hier en daar woorden en zinswendingen gebruikt, wier abstracte beteekenis niet overeenkomt met die der oorspronkelijke Fransche woorden.

Ook van den Meester niet. En dat vond ik maar heel goed ook, want dat Van Deyssel ... zie je: Van Deyssel; zijn tijd gebruikte, om mij iets te wijzen, dat ik waarschijnlijk met wat moeite zelf wel hadd' gevonden ... dat kon ik toch niet goed zetten. En hoewel ik zeer had genoten in zijn bijzijn, voelde ik mij verlicht, toen hij mij zijn hand tot afscheid bood. Zijn zw

Een van die gedichten is "Middag aan den heuvelrand", later opgenomen in "Natuur en Leven". Van Deyssel heeft daar later over geschreven. Ik was toen 23 jaar. Wat voor den pianist de vingeroefeningen zijn, dat was voor mij het schrijven van mijn vroegste gedichten. Zoo goed als ieder ander kunstenaar heeft de dichter grondig zijn métier te leeren.

Ik zelf wil weer heel wat anders dan Van Deyssel. Ik wil de drie gevoelssferen: verbeelding, intellect en sentiment in mijn critieken doen samenvloeien. Ik vind dat een spontaan-lyrische critiek, meneer.... Ik ben geheel aandacht. ... dat een spontaan-lyrische critiek alleen sterk kan leven in dramatisch-lyrische critiek.

Mijn medewerking aan dat tijdschrift heeft ook maar een jaar of drie geduurd, tot ongeveer '89. En in die periode waren de critische denkbeelden van de opkomende partij in hoofdzaak gezegd. Daarna kwamen tot breeder ontplooiing eenerzijds de boekbesprekingen van Van Deyssel en anderzijds het werk van Frederik van Eeden.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek