Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


14000 m. Primair Bovenste Permische formatie. Onderste Permische formatie. Bovenste steenkoolformatie. Onderste steenkoolformatie. Bovenste devonische formatie. Onderste devonische formatie. 23000 m. Azoïsch Bovenste silurische formatie. Onderste silurische formatie. Bovenste cambrische formatie. Onderste cambrische formatie. Bovenste laurentische formatie. Onderste cambrische formatie.

De belangrijkste uitkomsten daarvan zijn: ten eerste, eenige tot de Devonische of Steenkool-periode behoorende lagen, welke buitengewoon veel versteeningen bevatten; ten tweede, bewijzen van eene kleine landrijzing in een geologisch jong verleden, en eindelijk eene afgezonderde oppervlakkige laag van geelachtigen kalksteen of travertijn, met talrijke indruksels van boombladeren en ingesloten schelpdieren van niet meer levende soorten.

De tegenwoordige orden der visschen bestonden reeds tijdens de krijtperiode, en waarschijnlijk reeds vroeger; zij begonnen zich te vormen in de devonische en de steenkoolperiode. De tegenwoordige orden der kruipende dieren bestonden reeds vóór de eocene periode; hunne vorming is begonnen in de permische periode.

Ik althans bekommerde mij er niet om; of zij pliocenisch, miocenisch of eocenisch waren, of zij tot de krijtvorming, tot de juragroep, de triasgroep, de permsche groep, de kolengroep, de devonische of de silurische vorming behoorden, dan wel of zij oorspronkelijke lagen waren, dat alles hield mijne gedachten geenszins bezig.

1 Oudste azoïsche periode of Laurentische periode. 2 Middelste azoïsche periode of Cambrische periode. 3 Jongste azoïsche periode of Silurische periode. II. Primaire periode. Periode der Visschen en Varens. 4 Oudste primaire periode of Devonische periode. 5 Middelste primaire periode of Steenkool periode. 6 Jongste primaire periode of Permische periode. III. Secundaire periode.

Op de zuidkust van Devonshire, te Budleigh Salterton, bestaat het trias uit keien van silurische en devonische kwartsieten, die afkomstig schijnen uit primaire gesteenten, die thans bedekt zijn door de wateren van het Kanaal.

Evenals wij de devonische periode het tijdperk der visschen genoemd hebben, omdat deze juist in dien tijd hun bestaan gevestigd hebben, en evenals de steenkoolperiode de tijd van de heerschappij der planten kan genoemd worden, zoo zouden wij de permische periode kunnen beschouwen als die van de ontwikkeling der amphibiën.

Doch nu, in het devonische tijdperk, en zelfs in het silurische, is er verschil tusschen dag en nacht, hoe weinig dan ook: dit weten wij reeds daaruit, dat de trilobieten, de schaaldieren, de weekdieren en de visschen oogen bezitten. Geen oog kan bestaan zonder licht: de oorsprong van het oog zetelt in den lichtindruk. Wij mogen daaruit dus besluiten, dat de nevelvlek toen reeds zeer was verdicht.

Wel is het waar, dat de amphibiën en de kruipende dieren reeds dagteekenen uit de steenkoolperiode, misschien zelfs uit het devonische tijdperk, doch eerst in het permische tijdperk ontwikkelen zich de amphibiën, terwijl de kruipende dieren eerst in het secundaire tijdperk, en vooral in de Juraperiode, eene hoofdrol zullen spelen.

Het tijdperk der sporeplanten opent de rij, om later gevolgd te worden door de zaadplanten. Onder de devonische fossielen heeft men overblijfselen gevonden, die behoord hebben tot paardestaarten van eene hoogte van 10 meters.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek