Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Dit is, men versta ons wel, enkel gezegd uit het begrensde gezichtspunt van het waarneembare aardsche leven, zonder het diepzinnige vraagstuk der vroegere of latere persoonlijkheid der wezens, die niet mensch zijn, aan te roeren. Het zichtbare IK machtigt in geenen deele den denker, het verborgen IK te loochenen. Na deze opmerking gaan wij verder.

Vaak genoeg ligt een juiste verklaring betrekkelijk voor de hand, zoodat zij door een wetenschappelijken flaneur zonder veel moeite kan worden geraden; terwijl de ernstige denker, beter dan de ander doorgedrongen in het omvangrijke materiaal, nog geen kans ziet die verklaring streng toe te passen, en dus aan een andere die naderhand blijkt onjuist te zijn de voorkeur geeft.

Zoon van een vader, nopens wien de geschiedenis zekerlijk verzachtende omstandigheden in aanmerking zal nemen, even achtenswaardig als zijn vader laakbaar was geweest; in het bezit van alle persoonlijke, en vele openbare deugden; zorgvuldig voor zijn gezondheid, zijn fortuin, zijn persoon en zijn zaken; de waarde van een minuut, niet altijd die van een jaar kennende; matig, opgeruimd, vreedzaam, geduldig; een goed man en een goed vorst; die bij zijn vrouw sliep en in zijn paleis lakeien had om zijn echtelijk bed aan de burgers te laten zien; de praalvertooning van een geregeld huwelijksleven, te noodzakelijker geworden na de zedelooze praalvertooningen van den ouderen tak; bekend met al de talen van Europa, en wat zeldzamer is, met alle talen van alle belangen, en die talen sprekende; een merkwaardig vertegenwoordiger van den "middelstand", maar dien overtreffende en in alle opzichten er boven verheven; in 't bezit van een uitstekenden geest, echter het bloed waardeerende waarvan hij afstamde, en vooral zich zelven wegens eigen geestkracht; bij de vraag nopens zijn geslacht, zich uitsluitend Orleans en niet Bourbon noemende; zeer prins van den bloede, zoolang hij slechts koninklijke hoogheid was, maar een wezenlijk burger, zoodra hij majesteit was; in 't openbaar wijdloopig, maar kort en bondig in vertrouwde kringen; gierig genoemd, maar nooit bewezen; in den grond een dier spaarzamen, die uit lust of plicht gemakkelijk verspillend worden; een geletterde, maar echter weinig voor de letteren over hebbende; een edelman maar geen ridder; eenvoudig, kalm en sterk; door zijn familie en zijn huis bemind; een verleidelijk verhaler; een van hersenschimmen bevrijd staatsman; inwendig koel; beheerscht door het onmiddellijk belang; immer zich naar het naaste richtend; noch tot wraak noch tot dankbaarheid bekwaam; onmeedoogend de uitstekenden tegen de middelmatigen bezigende; behendig om door de parlementaire meerderheden die geheimzinnige eenstemmigheden in 't ongelijk te stellen, welke onder de tronen grollen; openhartig, soms onvoorzichtig in zijn openhartigheid, maar bij deze onvoorzichtigheid wonderbaar behendig; vruchtbaar in uitvluchten, gedaantewisselingen en maskers; Frankrijk voor Europa en Europa voor Frankrijk bevreesd makende; onbetwistbaar zijn vaderland beminnende, maar aan zijn familie de voorkeur gevende; meer waarde hechtende aan heerschappij dan aan het gezag, en aan het gezag meer dan de waardigheid; een neiging die noodlottig is, wanneer zij in alles willende slagen, list te baat neemt en niet volstrekt afkeerig van laagheid is, maar het voordeel heeft dat zij de politiek voor geweldige schokken, den staat voor breuken en de maatschappij voor noodlottige gebeurtenissen behoedt; stipt in kleinigheden, nauwkeurig, waakzaam, oplettend, scherpzinnig, onvermoeibaar, die zich soms tegensprak en logenstrafte, die stoutmoedig tegen Oostenrijk te Ancona, hardnekkig tegen Engeland in Spanje was, die Antwerpen bombardeerde en den missionaris Pritchard vergoeding gaf; die met overtuiging de Marseillaise zong; onvatbaar voor neerslachtigheid, vermoeienissen, voor den smaak voor het goede en het ideale, voor edelmoedige vermetelheid, voor utopieën, hersenschimmen, toorn, ijdelheid en vrees; die al de vormen van persoonlijke onversaagdheid had; als generaal te Valmy, als soldaat te Jemmapes, achtmaal door koningsmoord aangerand, en die telkens glimlachte; dapper als een grenadier, moedig als een denker; geen andere bekommering hebbende dan voor de gevaren eener Europeesche opschudding, en ongeschikt voor groote politieke avonturen; immer gereed zijn leven te wagen, nooit zijn werk; zijn wil onder den schijn van invloed vermommende, ten einde eerder als een schrander man dan als koning gehoorzaamd te worden; begaafd met opmerkzaamheid, maar niet met vooruitzicht; weinig lettende op de geesten, maar van groote menschenkennis, dat wil zeggen: hij moest zien, om te kunnen oordeelen; vlug van verstand en scherpzinnig, met practische wijsheid, welbespraakt, en met een wonderbaar geheugen; immer uit dat geheugen puttende, het eenige wat hij met Cesar, Alexander en Napoleon gemeen had; hij kende de feiten, de bijzonderheden, de datums, de eigennamen, maar was onbekend met de neigingen, de hartstochten, de verschillende uitingen der menigte, de inwendige strevingen, de geheime en verborgen opstanden der zielen, met één woord: alles wat men de onzichtbare stroomingen der geesten zou kunnen noemen; een man door de oppervlakte aangenomen, maar weinig in overeenstemming met het onderste van Frankrijk; die zich door slimheid uit de verlegenheid redde; die te veel regeerde en niet genoeg heerschte; die zelf zijn eerste minister was; uitmuntend om van de kleinheid der wezenlijkheden hindernissen voor het oneindige der ideeën te vormen; die aan een wezenlijk scheppende bekwaamheid van beschaving, orde en organisatie een zekeren geest van kibbelarij en chicane paarde; stichter en procureur eener dynastie, die iets van Karel den groote en iets van een advocaat had; in 't geheel een verhevene, origineele gestalte, een vorst die zich gezag wist te verschaffen in weerwil der kitteloorigheid van Frankrijk, en macht, trots Europa's ijverzucht Lodewijk Filips zal onder de uitstekende mannen zijner eeuw worden gesteld en zou gerangschikt zijn onder de doorluchtige heerschers der geschiedenis, zoo hij een weinig zin voor den roem had gehad en evenzeer gevoel voor het grootsche als voor het nuttige.

Men zag gedurende vijftien jaren, in vollen vrede, in volkomen openbaarheid deze groote beginselen werkzaam, die zoo oud voor den denker, zoo nieuw voor den staatsman zijn: de gelijkheid voor de wet, de vrijheid van geweten, de vrijheid van spreken, de vrijheid der drukpers, de toegankelijkheid van alle bedieningen voor alle bekwaamheden. Dit duurde tot in 1830.

De onbewust-komische kracht van deze Wagners is een troost, waaraan de Fausten zich laven een kortstondig oogenblik. De denker Faust wil een kennis van het absolute. Met niets minder is hij voldaan, want wat in hem leeft en beweegt is de oneindige drang. Faust is eeuwigheidsmensch. De oneindige drang is het wezen zijner menschelijkheid. Hiermede is Faust niet "Uebermensch" maar mensch.

En toch eert hij in deze in de eerste plaats de grootheid der gedachte: in Napoleon eert hij, dat wat Rousseau groot maakte; en hij beseft het manco van den denker: de daad ontbreekt. In later jaren, als hij door zijn woord, door zijne ideeën duizenden meesleept, droomt hij van wereldsche macht, van een keizerrijk van Insulinde.

Zijn groote grief is, dat de Fransche geest bejaard is en aftakelt, en toch de mannen die vernieuwing kunnen brengen weert. Is het wonder dat een staat die een dapperen denker als Rousseau doodarm door de straten van zijn hoofdstad laat zwerven en Rousseau is de eenige niet aan verval en velerlei misbruik ten gronde gaat?

Paulus vertoont meer den denker, den geleerde, den redenaar: het gewelfde voorhoofd, de diepliggende oogen, de gebogen neus, het peinzende gelaat, met eene zekere uitdrukking van vermoeidheid: dit alles teekent den wijsgeer, voor wien de wereld der hooge gedachten zijn waar vaderland is.

Maar, wat aangaat het werkprogram of het plan van werkzaamheid op gemeentelijk gebied, men vindt dezelfde leer er aan ten grondslag liggen, die de heer Treub, professor in de Staathuishoudkunde aan de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, zoo uitnemend heeft vertolkt, hij, de denker en de handelende leider der partij.

Men schoot op elkander van het eene naar het andere hek. Een toeschouwer, een denker, de schrijver van dit werk, die den vulkaan van nabij was gaan bezichtigen, bevond zich in dezen doorgang tusschen twee vuren. Om zich tegen de kogels te beschermen had hij niets dan de vooruitstekende halve kolommen, die de winkels scheiden; in dien gevaarlijken toestand bevond hij zich gedurende een half uur.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek