Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
't Stèt zoo leelijk, wècht nu even, hé? Zoo, nu ben je klèr! Wèr is je vers, ken je 't vèn buiten? Geen steek d'r van juf maar dat's niks. Hij moet 't me maar voorzeggen. Souffleeren! jè, dèt kèn wel. Vooruit nu mèr!
In bijna al deze stukken maakt Bjørnson zich tot advocaat van een of andere meening of waarheid, dikwijls eene zeer juiste, die, naar hij meende, hoog noodig gezegd moest worden. Bij voorbeeld: de noodzakelijkheid van opvoeding in Det flager, van verdraagzaamheid in Paa Guds Veje Kongen is een preek over het thema, dat de republiek de eenig juiste regeeringsvorm is.
U is een welwillend mèn ... ik wou dèn maer zeggen, dat ik zijn mond wèl groot vind, en dèn heb ik dèt kuiltje op zijn bovenlip, onder zijn neus, nooit opgemerkt misschien kwèm dèt wel, omdèt Muller destijds een knevel droeg en daerdoor zèl waerschijnlijk z'n mond niet normaal hebben geschenen ook z'n kin vind ik niet weerom, hèd hij zijn kin wel zoo leelijk èchteruit?
Dus u zou hem dadelijk herkennen? vroeg Giovanni. Dèt is te zeggen jae en neen èls U me niet gezegd hèd, we gaen Muller's buste zien, zon ik niet zeggen, dèt dit Muller wes.
Alles is maar gewuënte, zach den bekker, doe vêgde hê mit de kat den oaven oêt. Men vindt ook tweeledige. Zoo b.v. Limburg: Det is aangebrand, zach de vrouw, doe de jong wat in de botermelk vond.
Jè, dèt is uiterst moeilijk te bepèlen èls ik 'm goed bekijk de littèrator deed een stapje nader met vooruitgestoken hoofd dèn is 't Muller wèl en toch is 't Muller niet.... Dat snap ik niet goed, waarde heer! Meneer Capelli, permitteer me?
Doe magde ze bein en kêrde ze den diek euver noa den alde Stroalse wêg, op de hakke gezête, wie ze meinde, door allerlei buës gespuus, woatêge einen heizig niks vermaag. En neet veur det ze de töp van Besjes hoeëg linde in 't verscheet krege, veel eur de de schrik van et hert en doe vroog de knech: "baas, wê hebbe we gezeen?
Oui, ikke keloof 'ij 'adde meer zóó neuse.... Meneer Coquenard duwde met zijn wijsvinger zijn reukorgaan iets omhoog. Een wipneus? Geen kwestie van! zei Bruin, oplettend photo en buste vergelijkend. Neen, neen! dén eerder 'n dikkere, meer volumineuse. Dét réppeleer ik me ten minste wel.
En tevens als een eerste poging, om tegenover zijn subjectieven held een geheele maatschappij te plaatsen. Een maatschappelijke schildering van zijn hand bestond reeds in Fra det moderne Amerikas Aandsliv, een persifflage, naar den vorm verhandeling, naar den geest geheel kunstwerk, niet objectief, maar schuimend van geestigheid. Gelijk hier de maatschappij, zoo is in Sult het 'ik' aanwezig.
Vgl. vooral het programma van Johan Sverdrup, den grooten Noorschen staatsman, in een brief van 1870 meegedeeld in Halvorsen's Norsk Forfatter-lexicon. V p. 574, en voor het staatsleven in Noorwegen, verder het geheele artikel. Zie ook de inleiding van H. Haug's art. Det norske Samlingsparti. Tilskueren, 1905. p. 792. Sinds 1884 en '85. Vgl.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek