United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie Friesch Jierboeckjen, 1833, §§ 4 en 7; bijzonder Charterboek, Voorrede I. bl. 40 volgg. en aldaar den Giftbrief; vergel. West. Jaarb. bl. 55 volgg. Doch men wilde liever bij het oud regt blijven, dan deze zware taak te verrigten, en men was dus onwillig. Des Keizers wil woog echter zwaarder, dan die der twaalven, en het werk werd volbragt. De wijzen kozen lijdzaam en moedig het laatste.

Zie Vriesch Charterboek, I 93; VAN MIERIS, Charterb. 1 200; WINSEMIUS, 161. Uit dezen zelfden kruistogt is het verhaal van een kloekmoedig bedrijf bewaard. Het gebeurde eens, dat de beide legers der Christenen en Saracenen tegenover elkander lagen, en zich ten strijde toerustten.

Zie mede Aanteek. 26. Charterboek, V 972, 1203. Veelvuldig zijn de geschriften van en over den zoo hoog door mij vereerden BEKKER. Ik wil daarvan enkel vermelden die van Do. DIEST LORGION, B. Bekker in Franeker en in Amsterdam, Gron. 1848 en 51, 3 dln. waarin bijna al de overige zijn opgenoemd.

Zij klaagden daarover op de Synode, en deze beklaagde zich bij de Staten over de »ongelimiteerde Mennonitische groote licentie," welke zij ingebonden wilde hebben. Charterboek, V 577, 621, 654 en de Resolutiën der Staten, der Gedeputeerde Staten en der Regering van Leeuwarden.

De onderlinge verbittering steeg zelfs zóó hoog, dat de Gedeputeerden Leeuwarden verlieten en in 1584 en 1585 hunne vergaderingen en de landsdagen te Franeker hielden . Charterboek, IV 235; STELLINGWERFF, Politycq Discours, 32. Zie het uitvoerig verhaal deswege in VAN REYD, Nederl.

Zie verder over de afkomst der Friezen de Voorrede van het 1e dl. van het Vriesch Charterboek; YPEIJ, Geschiedenis van de Ned. Taal, Gron. 1812, I 126, 150, II 106; FOEKE SJOERDS, Beschrijving van Friesl., Leeuw. 1765, I 277; Oudheden en Gestichten, I 1, 38, II 337; Dr. L. J. F. JANSSEN, Drenthsche Oudheden, 17, 167. Na een naauwkeurig onderzoek heeft de geleerde oudheidkenner Dr.

Eene afbeelding van dit voorval is daarna in steen gehouwen en geplaatst in den muur van het Weeshuis, nevens deze brug, die daarvan den naam van de Mauritsbrug ontving. VITRINGA, Memorien, I 388; Charterboek, V 616, 738, en vooral uitvoerige berigten in AITZEMA, XI a 75-131; SYLVIUS, Vervolg, II 43; N. ARNOLDUS, Vorstelijke Rouw-Lyck-ende-Lof-Reeden, Leeuw. 1664, 19; WAGENAAR, XIII 97; Reg.

Charterboek, IV 241; WINSEMIUS, 700; BLAUPOT TEN CATE, Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland, 124. Zie ook hier voor bl. 167-174, 199.

Charterboek, 754, 758, 760. Zie al de schrijvers aang. op bl. 136 der Geschiedk. Beschrijv. Op deze wijze ging de aloude Friesche vrijheid voor een groot gedeelte verloren, en was het volk genoodzaakt een vreemden bestuurder als Heer te erkennen.

Zie meer uitvoerige berigten deswege in de Nasporingen betrekkelijk de Middelzee, 83, 97; Charterboek, III 1045; V 487, 489, 541, 1201; VI 163.