Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


En toen later de voorspoed blonk, vond men daarin moed en kracht, om hetgeen men als een schat van groote waarde op hoogen prijs had leeren stellen, te verdedigen en te behouden, tegen al de wreede vervolgingen der wereldlijke magt, die de Roomsche kerkleer met geweld trachtte te beschermen. Charterb. II 107, 415; WINS. 458; SCHOT. 621 env.

Zie over het medegedeelde omtrent Graaf WILLEM den goede, Charterb. 149-199; SCHOTANUS, 168; WINSEMIUS, 190 env.; WAGENAAR, III 224; SJOERDS, Jaarboeken, III 228; Teg. Staat, I 454.

Zie Vriesch Charterboek, I 93; VAN MIERIS, Charterb. 1 200; WINSEMIUS, 161. Uit dezen zelfden kruistogt is het verhaal van een kloekmoedig bedrijf bewaard. Het gebeurde eens, dat de beide legers der Christenen en Saracenen tegenover elkander lagen, en zich ten strijde toerustten.

VITRINGA, I 271; Charterb. V 666, 667, 679, en AITZEMA, X 524, die onschatbare bron voor onze vaderlandsche geschiedenis! Bij al deze bewegingen was het herhaaldelijk gebleken, welk eene vredelievende gezindheid en wijze gematigdheid den Stadhouder, Prins WILLEM FREDERIK van Nassau, bezielde. Groot was dus het verlies, toen deze brave Vorst den Friezen in 1664 door den dood ontviel.

Charterb. V 282, 320; LORGION, de Herv. Kerk, 67-77, 83, 314, 330. Over KAMPHUIJZEN'S verblijf en graf te Dokkum zie men de berigten van Prof. DE CRANE, in zijne Letter- en Geschiedkundige Verzameling, Leeuw. 1841, 37.

Onze kronijk maakt mede geen gewag van het Bestand, tusschen de Friezen en den Graaf van Holland den 22 Junij 1348 gesloten. Dit voor de Friesche Geschiedenis zeer gewigtig stuk, in 't Charterb. van v. Schwartzenberg niet vermeld, komt voor als II Bijlage achter de uitmuntende Verhandeling over den oorsprong der Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten, van den Rijks-Archivarius Mr.

Want op den zelfden dag, den 1 April 1292, dat zij den Graaf huldigde, verkreeg zij van hem voorregten en vrijheden, die voor haar van belang waren. Het is niet bekend, dat de Graaf verder pogingen deed, om ook het overig gedeelte van Friesland te bemagtigen . Zie Charterb. I 124, 126, 131 env.; SCHOTANUS, tabl. 13; WINSEMIUS, 179; WAGENAAR, III 46; SJOERDS, III 142, 149, 181.

Dit blijkt uit de stukken Charterb. 289, 290, 298. Zie al die oproepingen in het Charterb. 309-314.

Zij leverden echter hunne bezwaren daar tegen bij de Staten in, die verstandig genoeg waren de gegrondheid daarvan te erkennen en de resolutie op te schorten, waardoor dit dreigende onheil werd afgewend. Charterb.

Hoewel de steden deze aannamen, werd ze door de Staten der landkwartieren strengelijk verboden en de oude wijze van kerkbestuur en beroeping van predikanten gehandhaafd . Zie de stukken betrekkelijk de Synode in het Charterb. V 219, 229, 230, 249, 253, 254, 258, 269, 270; Reg. Staats-res. 378, 785; WINSEMIUS, 900; FOEKE SJOERDS, Beschrijv. II 738; LORGION, de Herv.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek