Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Zelfs overwon hij »een carueell van oerloeghe wuyt Schotlandt, dat een Meester ende een Blockhuys op ter zee was." Dus spreekt MARTENA, Landboek, Charterb. Dat hij de manschap der overwonnene schepen over boord wierp en liet verdrinken, is hem zeer euvel geduid.
In dit jaar werd ook door de Friesen en Groningers een verbond aangegaan ter wering bijzonder van dieverijen en ander misdrijf. Vergel. Schwartz. Charterb. Zie op dit jaar Westend. De Keizer Frederik de III. roemt hem wegens zijne ongemeene kunde in de vrije kunsten, in de Keizerlijke regten, in het Kerkelijk regt, en vooral zijne gevatheid en vaardigheid in de openbare zintwisten.
Zie dit besluit in het Charterb. V 1194 en bij SCHUTTE, 189; alsmede Reg. Staats-res. 447; YPEIJ en DERMOUT, I Aant. bl. 153. Weinige zijn de bijzonderheden, welke omtrent de overige Luthersche gemeenten in Friesland bekend zijn. De gemeente te Harlingen, te gelijker tijd met die van Leeuwarden ontstaan, had in den beginne gemeenschappelijk met dezen den zelfden predikant.
Het was dit Reglement, hetwelk op den 19 Maart 1673 bij Staats-resolutie werd aangenomen, goedgekeurd en uitgevaardigd, waarbij voor den vervolge een beteren voet van regering werd vastgesteld, en waarmede deze onzalige staatstwisten een einde namen, tot groote vreugde van al de welmeenende ingezetenen des lands . Zie deze stukken in het Charterb. V 957, 959 env.
Staats-res. 320, 539, 540; Charterb. V 503; Teg. Staat, III 593 env.; BLAUPOT TEN CATE, Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland, 165. Vergraving van de lage Veenen.
Volgens den staat van het krijgsvolk in 1579 had men in Friesland voor 3000 voetknechten, 200 ruiters, 200 pionniers enz. de som van ruim 43,000 Gld. in de maand noodig. Charterb. Zulk eene krijgsmagt hadden de Friezen te wederstaan en te verdrijven ter bekoming der vrijheid!
DE LA PISE, 893; V. D. SANDE, 87, 163; WINS. 884, 902, 909; Charterb. Zie verder over hem ook de meeste der hier vóór aangehaalde schrijvers. VONDEL vereerde hem met eene Lijckklacht, Poëzij, 456; G. CORVINUS hield in 1637 te Herborn op hem eene Lijkrede.
Doch in den Keizerlijken giftbrief was zijn gezag als Erf-Potestaat of Gubernator beperkt, en bleven de Friezen, onder de bescherming des rijks, in het bezit van hunne vroegere voorregten, welke daarin erkend werden. Zie Charterb. I 786 env. Aant. 16, op bladz. 146. Groote Pier.
Zie dit omtrent Leeuwarden in de Geschiedk. Beschrijv. Zie dit Verdrag in het Charterb. 281; SJOERDS, Jaarb. Eerlang werd nu Hertog ALBRECHT van Beijeren door geheel Friesland als Heer gehuldigd, bij uitvoerige zoen-en huldebrieven.
Dat ook deze Dagobert, als overheerder der Friezen, de insteller der wetten is geweest, wordt bestreden en met grond betwijfeld. Zie daarover Schwartz., Charterb. Voorr. I. bl. 36, 37, 38. Men vindt deze gebeurtenis beschreven bij Furmerius, Ann. Lib. III. c. IV. p. 172; Wins. Chr. fol. 52; Schot. Hist. fol. 47; F. Sjoerds, Jaarb. I. 323; Wagen. Vad. Hist. I. 331; Tegenw. Staat v. Fr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek