Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Maar ze kwam niet veel op straat, en bijna nooit in comedies of zoo. 's Winters mocht haar moeder zoo zelden uit en 's avonds heelemaal niet. En ze bleef haar natuurlijk altijd gezelschap houden. Nu waren ze met Mei naar Bussum gekomen, voor goed, dat was heerlijk. Ze hadden een huisje gehuurd, voor winter en zomer, dat villatje, waar ze daar juist uit gekomen was.

Hij was een en al zenuwachtige ongedurigheid. In Bussum ging hij wandelen, in zijn eentje, in 't gure regenweer en maakte zijn oom en tante ongerust door zijn gejaagde opgewondenheid. Oom sprak er over tegen tante.

En dien Zondag, den dag vóór Edwards aankomst ging Bernard naar Bussum, omdat hij er dan weer een heelen tijd weg kon blijven, zonder dat ze 't onhartelijk gingen vinden, en ook omdat hij niet geweten zou hebben wat hij moest doen in Amsterdam. Want hij zou niet kunnen lezen en onmogelijk zijn hoofd kunnen houden bij 't gepraat van zijn Amsterdamsche kennissen.

Meer en meer begon Bernard te houden van die wandelingen met haar. Op kantoor zat hij er naar te verlangen. En hij richtte zich er op in, behalve 's Zondags, nog tweemaal in de week naar Bussum te kunnen gaan, ofschoon 't moeite kostte en nachtwerk dikwijls.

Eigenlijk had hij al in 't begin van de week plan gemaakt dezen Zondag, als 't mooi weer was, in Bussum te gaan doorbrengen. Hij had 's morgens willen gaan om er wat te wandelen, te dwalen over de hei en door de bosschen, en dan te gaan koffiedrinken bij zijn oom en tante en hun verder zijn dag te geven. Om het blijven van den student had hij dat plan laten varen.

Den daaropvolgenden Zondag ging hij naar Bussum en, aldoor in die stemming van zich afleiding willen geven, van niet-toegeven aan mijmering, van veel doen om den dag gauw om te hebben, praatte hij druk met oom over zaken en luisterde bedaard-aandachtig naar omslachtige verhalen van tante over de Bussumsche menschen.

Hij zat met kalm genoegen naar Edward te kijken, te luisteren naar zijn welluidende stem, maar wat hij eigenlijk allemaal zat te vertellen, dat wist hij niet precies. Iederen Zondag ging hij nu naar Bussum. Dat was een vreugde voor oom en tante. Ze begrepen eigenlijk niet goed hoe 't kwam, dat Bernard nu wel geregeld komen kon, terwijl hij vroeger telkens een of andere verhindering had.

Ja, zeî Ster, hij zoû in 't vervolg herhaaldelijk hier moeten komen, want hij was voor een gedeelte belast met de inspectie van de werken van de nieuw opgerichte Ooster-spoorwegmaatschappij, die te Hilversum een hoofd-station zoû hebben. Het werk vorderde goed; de rails lagen al tot voorbij Bussum.

Och, 't zou gemakkelijk genoeg zijn! Als dat ook al weer moest, als hij die vleug van poëzie ook weer moest verbannen uit zijn dor bestaan! Hij had dan eenvoudig niet meer zoo iedren Zondag naar Bussum te komen, zijn oude lees-Zondagen weer te beginnen.... Maar neen, hij voelde dat 't niet gaan zou. Dat hij al niet meer buiten haar kon. Zoo gauw had hem de teederheid verwend. Maar wat dan?

Daar hebt gij, van 't Weeshuis, Nicolaas Van Campen, den bouwmeester, Cornelis Jan Witsen, Willem Van Loon en Guillaume Lindemone; van 't Oude-Mannenhuis Tijmen Jacobsz. Hinlopen, die, evenals zijne geheele talrijke familie, veel met Vondel opheeft, en hem dikwijls te Eikhof op zijn buitengoed bij Bussum noodigt; voorts Gijsbert Michielsz. Hoppesack, Dirk Aertse Koek en Jan Michielsz. Blaeuw.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek