United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Je suis enragé, op het oud Wyf op myne Tante; ik wil geen week langer blyven; 't is of ik in de hel woon. Myne Tante heeft zeer veel van zyn Satansche Majesteits karakter; en Bregt verdient wel een schonen dienst in zyn onderaardsch ryk ... Ja! bons wat aan; ik zal niet antwoorden, ik zal ook niet open doen. Sus! daar hompelt zy, al grommende, den trap weêr af. Goeije reis naar beneden.

En al myn Nichtjes goed hebben zy laten staan. Bregt, nu zy weet, dat ik arm ben, bejegent my vreselyk en vreselyk. Nu zal dat jonge dartele Saartje lachen, en my bespotten; en de Heer Blankaart, haar Voogd, komt ook t'huis. 't Water is aan de lippen. Ja, dien man heb ik ook zo belastert; och ja! Hy heeft het wel gezeit! Zanneke, zei hy, dat volk loopt op je zak, ze bedriegen je.

Tante! is het zo goddeloos, een menuetje te dansen; Wel dat mogt jy, en broeder, en je dikke Bregt ook wel eens ondernemen, om de kwade humeuren, door luiheid, en lekker smullen opgegaêrt, uit te dampen. Zie, wy kennen malkander van voor dertig jaar; je plagt zo vies niet van een Dansje te zyn.

Net twee nieten in een bodemloos mantje; en Bregt om een oortje raakwat, voor een vervalletje: Broêr kan zo veel knokkel oly krygen als hy t'huis kan brengen: Dan zult gy wel voldaan willen tekenen? Wat zegt gy nu van Abraham Blankaart? Maar wat hoor ik, Zanneke, ga je trouwen met een Heer, die alle daag in zyn Japon by u komt?

's Ogtends ontwaakte ik vry wel, maar ik was toch bezwaart, om dat ik onder zo vele stichting my door het schepzeltje had laten vangen. Bregt was ook ziek, zei ze. 't Was laat, toen wy opstonden; zy was stom dronken geweest. Daar ga ik in myn binnenkamer, en zie myn Geldkoffertje niet, daar het plagt te staan: "Bregtje, riep ik, heb jy 't Kistje verzet?"

Ik kan wel boos worden, maar niet kyven; en ziende dat Bregt haar talent te werk stelde, bedagt ik my: "Bregt, zei ik, heeft Tante je die ordres gegeven, dan moet ik haar de reden vragen, als zy t'huis komt; wat zullen wy eeten?" "Kliekjes", zei zy. "Goed, ik heb honger; maar wy zullen Tantes gezondheid eens drinken; toe meid, haal eens een fles wyn, jy hebt zeker den sleutel."

Buiten dit is alles ydelheid; dan hebt gy geen Godsdienst. Doet gy dit al? dan zult gy vreugde en rust hebben, en gy zult den Here danken, om dat hy u uwen afgod ontnomen heeft. Gy zult zien, dat uw verlies tot winst wordt. Laat Bregt gaan, zo gy kunt; zy voegt beter by de Benjamins en Slimpslamps, dan by u. Ik zal u een goed mensch bezorgen, om uw werk te doen, tot dat wy weten wat en hoe.

Ei spreek eerst den Advocaat naast den gouden ketting eens . Zo die het u aanraadt; hier is je man. Spreek niet van haar kwaad humeur. Zy is maar al te zoet van aart, en te toegeeffelyk. Zoo zeit de brave Weduwe Willis, en elk die het lief kind kent. Doch wie Satan kan met zo een paar ouwe Meerkatten omgaan, als jy en Bregt?