Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


De opvatting van Michelet dat de ideeën de drijfveeren der geschiedenis zijn, maakte dat de ekonomisch-sociale oorzaken van het protestantisme en de beteekenis daarvan als de ideologie der opkomende bourgeoisie hem geheel ontging. Jaurès, Histoire Socialiste, bl. 22.

Maar terwijl in Engeland de philosophen en natuurkundigen de aarde en haar weerspiegeling, den hemel, hartstochtloos-objektief onderzoeken immers na een halve eeuw van historische schommelingen neemt de engelsche bourgeoisie sedert de troonsbestijging van Willem de derde de positie in, overeenkomende met haar sociale en politieke ontwikkeling ademt het wezen der fransche literatuur van die dagen hartstochtelijken strijd.

Maar dit deel der bourgeoisie, zagen wij, was door het zedelijk bederf van het vervallend regiem aan hun materialistische philosophie zat een materialistische zedeleer vast, die de sociale neigingen in den mensch ontkende en zelftucht beschouwde als het wezen van den mensch.

Dit noodlot der revolutionnairen van 1789 92, was ook het noodlot van Rousseau en andere burgerlijke dichters, wier inspiratie, als bijv. bij Byron en Schiller, gelijk de zijne ontsprong uit hun liefde voor de burgerlijke vrijheidsidealen, en wier werken den strijd der bourgeoisie tegen de absolutistisch-feudale orde vierden en verheerlijkten.

Over het algemeen kan men zeggen: in Nederland zoowel als in de omliggende landen is omstreeks 1880 een zekere verfrissching ontstaan, vooral tegenover de sleur en de zelfgenoegzaamheid van de liberale bourgeoisie, ongeveer hetzelfde als ook gebeurd is in de periode van de romantiek, een vijandig staan van de jongeren tegenover de zelfgenoegzaamheid van de gevestigde menschen, die maar geld verdienen en daarmee tevreden zijn.

De tijden waren nog niet rijp voor de eindworsteling tusschen hen, den strijd om de macht in staat en maatschappij. Het ondergaande was daartoe nog niet murw, het opkomende niet krachtig en zelfbewust genoeg. De halve eeuw die ligt tusschen 1740-1789 is het tijdperk van de voorbereiding der bourgeoisie tot de eindworsteling door geestelijke organisatie en zelfbezinning.

En een der goede kanten van de mislukking der samenwerking van het Sowjetbestuur met de vertegenwoordigers der groote russische bourgeoisie in de bestrijding van den hongersnood lijkt mij het hervonden inniger verband met de volksmassaas, van die mislukking onafscheidelijk. Van onderen moet de kracht komen, die de partij met nieuw zuiver bloed verrijkt.

In den loop der XVIIde eeuw nam de politieke invloed der kleine en der gezeten burgerij steeds meer af. De eigenlijke regeerende klasse, de oude patricische geslachten en de opgeklommenen in de groote bourgeoisie die den "grooten" raad van tweehonderd en den "kleinen" van vijftig uitmaakten, riepen de algemeene vergadering der burgers al zeldzamer bijeen en beperkten al meer hare bevoegdheden.

»Mij dunkt, dat we die menschen buiten onze zaken moeten houden liefste!" oordeelt Van Reelant. »Haagsche familiën uit de ~bourgeoisie~ hebben de gewoonte verbazend nieuwsgierig te zijn, en niet te rusten, voordat zij op de eene of andere wijze een ~chronique scandaleuse~ van vrienden en buren hebben afgeneusd. Ik had vroeger en nu weer opnieuw de gelegenheid die luitjes te leeren kennen.

En wij kunnen daarop alleen antwoorden, dat het tijdstip van een revolutionnair ontwaken nooit vooruit bepaald kan worden, maar dat wij ons best zullen doen het zooveel mogelijk te verhaasten. En dan verklaren we zoo goed mogelijk waarom de bourgeoisie in onze westersche landen zoo sterk is en het proletariaat zoo zwak en verdeeld en verburgerlijkt van geest.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek