Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Waarschijnlijk verbeeldde hij zich, dat hij daar was, want uit zijn afgetrokkenheid bleek duidelijk, dat hij het boekenstalletje niet zag, noch de straat, noch de jongens, kortom niets dan zijn boek; hij las steeds door, sloeg het blad om als hij aan 't eind van een pagina was, begon dan weer bovenaan de volgende en ging zoo geregeld door met de grootste belangstelling en ijver.
Intusschen was Oliver Twist, weinig vermoedend dat de vroolijke oude heer zoo in de buurt was op weg naar het boekenstalletje.
»Nu,« zei Fang, »waarvan wordt die jongen beschuldigd? Wat hebt u te zeggen, mijnheer?« »Ik stond bij een boekenstalletje« begon Mr. Brownlow. »Houd uw mond, mijnheer!« zei Mr. Fang. »Agent! Waar is de agent? Hier, neem dien agent den eed af. Nu agent, wat is de zaak?«
Daar hij nu weer eenigszins op adem was gekomen, ging de eerzame houder van het boekenstalletje voort, een meer samenhangend relaas te geven van de omstandigheden, waaronder de diefstal gepleegd werd. »Waarom bent u niet eer hier gekomen?« vroeg Fang na een stilte.
Fang niet weinig verontwaardigd, een ongenooden gast op zulk een oneerbiedige, onordelijke wijze te zien binnenstormen. »Wat beteekent dat? Wie is dat? Gooi dien man er uit. Ontruim het bureau!« riep Mr. Fang. »Ik wil spreken,« riep de man, »ik wil er niet uitgegooid worden. Ik heb alles gezien. Ik houd 't boekenstalletje. U moet mij den eed afnemen. Ik wil niet zwijgen. Mr.
Ze kwamen juist van een nauw pleintje, niet ver van de open plek in Clerkenwell, die nog uit vreemde behoudendheid »Het Groene Plein« wordt genoemd, toen de Vos plotseling staan bleef, hij legde zijn vinger op de lippen en trok uiterst behoedzaam en voorzichtig zijn kameraden achteruit. »Wat is er?« vroeg Oliver. »St!« antwoordde de Vos. »Zie je die oude kerel bij het boekenstalletje?«
»De man van het boekenstalletje mijnheer!« zei Oliver. »Ik weet de weg er naar toe. Toe asjeblieft, mijnheer, ga naar hem toe! Toe mijnheer!« »Lieve jongen, dit is teleurstelling genoeg voor één dag,« zei de dokter. »Genoeg voor ons allebei. Als we naar het boekenstalletje gaan, krijgen we zeker te hooren, dat de man dood is, of zijn huis in brand heeft gestoken of weg is geloopen.
»Dat zullen we,« antwoordde de heer Grimwig met een uitdagend glimlachje, »dat zullen we.« Nu wilde het noodlot, dat juffrouw Bedwin op dit oogenblik een pakje boeken binnenbracht, die mijnheer Brownlow dien morgen gekocht had van den man van 't boekenstalletje, met wien ons verhaal zich reeds heeft bezig gehouden. Toen zij de boeken op tafel gelegd had, wilde zij weer weggaan.
»Mag ik meegaan?« vroeg de man van het boekenstalletje, naar binnen kijkend. »Ja zeker, natuurlijk mijnheer,« zei Mr. Brownlow haastig. »Ik zou u vergeten. Goeie hemel! Ik heb dat ongelukkige boek nog in mijn hand! Stap in. De arme jongen! Er is geen tijd te verliezen.« De man van het boekenstalletje stapte in het rijtuig en ze reden weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek