Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 oktober 2025


De boom die den doorgang versperde was weggenomen en honderden Boekaniers sprongen en dansten als razenden op het smalle rotspad langs den oever heen en weer. Nu verscheen er een boot, waarin twaalf roeiers uit alle macht werkten om het nieuwe schip naar binnen te slepen. En zie, daar vertoonde zich de boegspriet en toen de geheele, zwarte romp van het fraaie schip met al zijn kanonnen.

Alleen zij, die blijven moesten om te roeien, waren nog in de boot en wachtten op den kapitein, dien zij niet ver van het strand in diepe gedachten verzonken op en neer zagen wandelen. Een oogenblik later zagen de Boekaniers, dat Thomas naar hem toe kwam om een gesprek met hem te beginnen. Uit de driftige bewegingen van Van Halen maakten zij op, dat zij oneenigheid kregen.

Terwijl den verwachten vijand dus aan den éénen oever het vuur van zes kanonnen uit het fort zou treffen, konden zij hem van terzijde met het geschut van hun vaartuigen beschieten. Boven op de rotsen stonden een paar aanvoerders om den gewaanden, snel naderenden vijand vandaar in oogenschouw te nemen en door teekens aan de Boekaniers in de sterkte en op de schepen bevelen te geven.

Nog wist men daar niet, waarvoor men het schip van Van Halen houden moest, want het voerde toch de Spaansche vlag, maar de Boekaniers lagen loerend achter hun verschansingen als panters achter de rotsen. »Het oogenblik is nu gekomen, kapitein Van Halen!" zei Lolonois. »Sta nu het opperbevel aan mij af."

Hij had hiermee de bedoeling zoowel een schuilplaats voor het naderend onweer te zoeken als om van den eersten schrik gebruik te maken, ten einde de volksplanting der Boekaniers te verwoesten. De gevangen Boekaniers moesten als gidsen dienen.

Thomas voorzag de soldaten van het noodige, om daarna weer al zijn zorgen aan den armen krankzinnige te wijden. Aan wal was men intusschen over het lot van Van Halen ernstig beducht. De Boekaniers. Toen Thomas nu meende, dat zijn tegenwoordigheid aan boord wel een oogenblik gemist kon worden, was hij met de eerste boot die bij het schip aanlegde, aan wal gegaan.

Licht intusschen de ankers en laat ons in zee steken vóór de nacht valt." Hij verdween en de Boekaniers sneden de touwen door waarmee Van Halen zijn handen en voeten waren gebonden. De man sprong toen op als een getergde stier en volgde Lolonois, maar onder geleide van vier Boekaniers, die hem geen oogenblik uit het oog verloren.

»Ja, ja!" riepen de Boekaniers lachend. »Lang leve Lolonois en zijn nieuw schip!" Nu werd Van Halen woedend. Zijn neusvleugels trilden; een donker rood kleurde zijn gezicht. »Ha!" riep hij, »ik merk het al, jullie bent zeeroovers. Hei daar, matrozen! Waar is mijn volk?" »Je bent niet goed bij je hoofd, man," zei de Boekanier, »hier is enkel volk van Lolonois.

Zoodra Lolonois een eind verder in zee was en zich buiten den kruitdamp bevond, die overal op de golven lag, zag hij vol ontzetting, dat de meeste schepen der Boekaniers omsingeld waren en in gevaar, genomen te worden. Hij was echter niet in staat te helpen en zoo moest hij met een gevoel van onmacht zien, dat er drie schepen veroverd en twee in den grond geboord werden.

Tot op dit oogenblik hadden de Boekaniers bedaard den loop der zaken afgewacht, maar zoodra het vreemde schip aan den ingang der baai gekomen was, richtten zij een geladen kanon naar een plaats in zee, een kabellengte van het vreemde schip verwijderd, en schoten het af. Een kogel plofte in zee en de golven sisten en spatten hoog op, vlak voor den boeg van »De Vliegende Hollander".

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek