Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Bij den wilden boerenkrijg ging het prachtige klooster te gronde; de plek waar het gestaan had, bleef tamelijk vergeten, tot hertog Ernst I van Koburg, in 1835, op de grondslagen en met aanwending van de weinige overblijfselen der oude abdij, het schilderachtig schoone, romantische slot liet bouwen, dat nu door zijn antiek-moderne pracht, en nog meer door zijne omgeving, zoo onwederstaanbaar uwe blikken boeit.
Ik heb zeker een heidensche ziel: kerken, kloosters, belforten en hallen kunnen mij wel boeien, maar nooit in die mate als een "théâtre antique" of arena mij boeit. Of kan men wellicht niet het eene naast het andere genieten? Wij zagen het klooster van St.
Overal die weelderige plantengroei, die bonte bloesems aan allerlei boomen, dat elegante bamboeriet, dat met zoo'n zwierigen draai zijn kop naar beneden keert, die kleurige meisjes aan het theeplukken en nog zooveel meer, dat het oog boeit.
De Khawassen bemerkende dat mijn papieren begonnen te stijgen, en aannemende dat ik daardoor goed gehumeurd en niet meer gevaarlijk voor hen wezen zou, kwamen, de een vóór, de ander na, weer naderbij. Bindt den kerel! riep ik hun toe. Boeit hem! Zij gehoorzaamden onmiddellijk, en geen der aanwezige rechterlijke ambtenaren verzette zich tegen mijn eigenmachtig optreden.
Maar de dichter, die niet hooger poogt dan een zichtbare of reeds doordachte werkelijkheid in het woord uit te drukken, put in het woord den schat van het onuitgesprokene uit. Het kan zijn, dat rythme en klank daarin nieuwe onuitgesproken schoonheid brengt. Maar zijn ook deze elementen zwak, dan behoudt het gedicht zijn werking slechts zoo lang, als de gedachte zelf den hoorder boeit.
Reeds eenmaal heeft de lezer het hotel l'Empereur betreden en een oogenblik met ons op Nº. 20 aan het ziekbed der jeugdige actrice vertoefd; thans leiden wij hem in het daaraangrenzend vertrek binnen, welke kamer door den jongen officier Van Guntheim wordt bewoond, en waarin die bevallige wanorde heerscht, die het oog meer boeit dan de prachtige evenredigheid van een kostbaar gemeubileerd salon.
De zeereizigers uit lateren tijd roemen de vlugheid en de behendigheid van dit dier, dat door zijn herhaaldelijk oprijzen en onderduiken de zee weet te verlevendigen en de aandacht van den onderzoeker in hooge mate boeit. Het is zoo goed als zeker, dat hij aan andere Cetaceën nooit de gevechten levert, waarvan de oude schrijvers melding maken.
En dan hopen wij, dat gij, naar uw verschillende bevattelijkheid, er genoeg in vinden zult, dat u aantrekt en boeit; want zijn geest kan evenmin verborgen blijven, als ooit verloren gaan. Daarom, leest hem, en weder, en steeds weder! En als gij hem dan niet liefkrijgt, voorwaar, dan verkeert gij blijkbaar genoeg in het gevaar van hem niet te verstaan.
Een onvergetelijk schouwspel boeit ons oog, als de trein tegen 6 uur op den top van een berg rijdt; ver, ver beneden ons een dal met wild stroomende bergriviertjes, die als linten door het land kronkelen. Wij rijden over eene geweldige spoorbrug, waarvan de pijlers zeker wel 100 voet lang zijn; verderop tegen een berg een dennenwoud met het gezang van krekels, dat vaag tot ons doordringt.
Op elken heuvel troont eene witte kerk, die haar groenen, met een verguld kruis versierden koepel boven het geboomte verheft. Het land, de lucht en de zee, alles is in harmonie, boeit en bekoort u; het geheele tafereel laat een onuitwischbaren indruk achter, dubbel aangrijpend voor ons, na den doorworstelden bangen stormnacht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek