United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het mannetje is licht te onderkennen aan een groote, witte vlek op het einde der beide buitenste staartpennen en aan de binnenvlag der groote slagpennen. Deze Vogel is van het midden van Noorwegen af over geheel Europa en West-Azië verbreid. Hier te lande vindt men hem in boschrijke streken niet zelden, het meest op open plekken in naaldhoutbosschen.

De bovenkop en de nek zijn zwart, de mantel en de schouders blauwachtig aschgrauw, de zijden van den kop, de hals, de staartwortel en alle onderdeelen wit, de slag- en stuurpennen op de buitenvlag blauwgrijs, op de binnenvlag wit. De oogen zijn donkerbruin, de pooten en de snavel koraalrood, de rug en de spits van den snavel zwartachtig of bruin. Totale lengte 40, staartlengte 17 cM.

Bovendien is hij donkerder van kleur: De bovendeelen zijn geelachtig grijs, op de kruin en den rug met bruinzwarte, breede, op den staartwortel met langwerpige vlekken geteekend; de onderzijde is geelachtig wit en heeft op de borst scherpe, bruine schaftvlekken; de buitenste stuurpen is wit met grijsbruinen binnenkant; de tweede stuurpen heeft een witten buitenrand en een witachtige, wigvormige vlek op de binnenvlag.

Van de donkerbruine stuurpennen is de buitenste op de geheele buitenvlag en op het einde van de binnenvlag wit. Zij bewoont het noorden, van Kamtschatka tot Lapland. Van de Dwerggors, waarop zij overigens veel gelijkt, verschilt zij door de zwarte kleur van de bovenvlakte en de zijden van den kop.

Totale lengte 18, vleugellengte 12, staartlengte 9 cM. De bovendeelen en een breede gordel op den krop zijn metaalglanzig blauwzwart, het voorhoofd en de keel hoog kastanjebruin, de overige onderdeelen licht roestgeel; de vijf buitenste paren stuurpennen hebben op de binnenvlag rondachtige, witte vlekken.

De slagpennen hebben breede, zwarte spitsen, de eerste handpennen vóór het zwarte uiteinde een dof blauwgroenen band; bij alle is de binnenvlag aan den wortel kaneel-roestkleurig gezoomd. De oogen zijn donker karmijnrood de pooten bruingrijs; de snavel is zwart. Het geheele dier is 34, de beide middelste staartveeren zijn 19, de overige stuurpennen 10.5 cM. lang.

Haar rug is grijsbruin, met zwartbruine en grijswitte, overlangsche vlekken geteekend; de rug en de bovendekveeren van den staart zijn grijs; de onderzijde is grijswit, de keel echter fraai zwavelgeel, de kruin grijs, aan de zijden en op den voorkop met olijfbruine streepjes; boven het oog komt een lichtere streep voor; de staartveeren hebben op de binnenvlag aan den top een witte vlek.

De Argus (Argus giganteus) verschilt van alle bekende Vogels door de buitengewone lengte van de boven- en voorarmveeren. Deze verbreeden zich naar den top en hebben een zachte schaft, maar stijve baarden; de handpennen zijn zeer kort. Bij den stil zittenden Vogel is, behalve de oogvlekken op de laatste armpen, niets te zien van de eigenaardige pracht van het vederenkleed; deze valt eerst bij het uitspreiden van de vleugels en van den staart in 't oog. De kruin draagt korte, fluweelachtig zwarte veeren; de haarvormige veeren van den achterhals zijn geel en zwart gestreept, die van den middelrug hebben op geelbruinen grond ronde, donkerbruine stippels, die van de onderzijde zijn tamelijk gelijkmatig met roodbruine, zwarte en lichtgele banden en golflijnen geteekend. De buitenvlag van de armpennen vertoont op grijsrooden grond een dichte reeks van langwerpige, donkerbruine vlekken, die door een lichteren hof omgeven zijn; het wortelgedeelte van de binnenvlag is dicht bij de schaft op grijsrooden grond fijn wit gestippeld, overigens echter als de buitenvlag geteekend. De lange schouderveeren hebben op een fraaie, donker roodbruine grondkleur een teekening bestaande uit strepen, roodbruine, door een donkeren hof omgeven stippels, vlekken, lijnen, wolkjes, netbanden en groote, iriseerende, donker begrensde, licht gezoomde oogvlekken. De oogvlekken staan dicht bij de schaft op de buitenvlag en komen op de voorarmveeren duidelijker uit dan op de schouderveeren. De buitengewoon lange staart bestaat uit 12 zeer breede veeren, die elkander daksgewijs bedekken; vooral de beide middelste pennen steken ver voorbij de overige uit; hun lengte bedraagt 1.2 M., terwijl de geheele Vogel 1.7

De bovenzijde is bruinzwart met witte randen om de veeren; de onderrug en de staartwortel zijn zuiver wit; de onderdeelen zijn wit met uitzondering van de borst, die met zwarte, overlangsche vlekken en strepen geteekend is; de handpennen zijn bruinzwart, hare schaften zwart met uitzondering van de eerste, die wit is, de armpennen dofbruin, op de binnenvlag met witachtige wolkjes, de middelste staartpennen grijs, de zijdelingsche wit en zwart gevlekt.

Bij de Fitis is de rugzijde groenachtig grijs, op den stuit in groen overgaande, de buikzijde lichtgeel met uitzondering van de witte borst en buik; de slagpennen en de staartveeren zijn olijfkleurig bruin, beide op de buitenvlag met een smallen, bruinachtig groenen, de eerstgenoemde bovendien op de binnenvlag met een breederen, witachtigen zoom voorzien; de wangen zijn geelachtig; boven de oogen komt een lichtgele streep voor; de pooten zijn bruinachtig geel.