Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
"Wat zal ik u zeggen, Jonker!" antwoordde Elbert, zich door een grap zoekende te redden: "Wij droegen geen van beiden onzen waren naam." "'t Zij ik recht hebbe op den mijnen of niet," hernam Joan met fierheid, "hij is te schoon om hem te zien bezwalken: en na hetgeen er tusschen ons is voorgevallen, had ik niet gedacht, dat gij mij, in tegenwoordigheid van dit aanzienlijk gezelschap...."
Onze handen zijn rein van het bloed der vermoorden! De Amirant zal aan het vendel van Velasco geen gruweldaad verwijten, die op het geweten van anderen wegen zal gelijk een molensteen. Houdt hen buiten, die moordenaren! Geen gemeenschap tusschen ons en de schelmen, die den Spaanschen naam door schanddaden bezwalken!
Ik had wellicht, uit aanmerking van den dienst, welken mij des jonkmans vader gedaan heeft, zijn onbezonnen uitvallen kunnen verschoonen; maar het is de eer mijner dochter, welke hij aanrandt, en bij den Hemel! hij zal niet naar Amsterdam terugkeeren om daar haar goeden naam door zijn schandelijke lastertaal te bezwalken. Welke wapenen verkiest gij, Mijnheer Blaek?
't Was met die ongelukkigen gedaan geweest, ware niet ter goeder ure 's Konings gemalin, Filippa, zuster van onzen Graaf Willem den Goede, verschenen, die zich aan 's Konings voeten wierp en hem smeekte, den luister zijner overwinning door geen wandaad te bezwalken.
Alle opperhoofden spraken er schande van, en met hun verachting beladen, en verarmd door de afpersingen van de Spanjaarden, trachtte hij zich in een wilde en onvruchtbare streek te verbergen, waar hij in vergetelheid en armoede stierf, door niemand beklaagd. Intusschen deden Margarite en bisschop Boyle aan het Spaansche hof hun best, om den goeden naam van Columbus te bezwalken.
Sakkerloot, dat's een drommels woord te bezwalken en te belasteren, zie ik mij genoodzaakt van het genoegen af te zien om hetzelve verder te frequenteeren. Ik heb de eer te zijn, WelEdelgeboren Heer, UWEdelgeborens Dienstw. Dienaar, P.G. van der Hoogen. Van huis, zondagavond. Surnumerair etc. "Dat ziet op mij," zeide ik, het woord opnemende.
Verlaat deze woning, en gij zult door laster uw goeden naam zien bezwalken: gij zult tot een voorwerp van spot en minachting verstrekken aan de zoodanigen, die niet waardig zijn uwe schoenriemen los te binden; doch blijf bij mij, en macht en aanzien zullen uw deel zijn en gij zult onder uw voeten vertreden al wie de stoutheid heeft om u slechts een norsch gelaat te toonen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek