United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit komt dus hierop neer, dat het stuk pas goed is, wanneer het de menschen voldoet, die als vaklui verstand hebben van de dingen, die er op staan. Bijgevolg heeft de beschouwer meer met de dingen dan met den kunstenaar te maken. Grooter dwaling dan deze opvatting is niet denkbaar. Bij elk kunstwerk is juist de persoon van den maker de hoofdzaak.

Meest waren het schoone figuren met sympathieke gelaatstrekken, die in witte en bonte kleederen gehuld waren of ook wel bijna geheel onbedekt liepen. Maar zelfs dan hinderde de naaktheid den beschouwer nooit, want de donkere huidskleur, die men aantrof in alle schakeeringen van lichtbruin tot het donkerst zwart, vormt zelf al een bedekking van het lichaam.

Columbus wist dat ook wel, en hij trachtte zijn volk duidelijk te maken, dat de aarde een bol was, en dat de zon nergens in den Oceaan dook, maar op elk punt van de aarde steeds op denzelfden afstand van den beschouwer bleef ondergaan.

De resident sprak wel iets sneller dan gewoonlyk, daar hy 't besluit en de eeden slechts behoefde vóórtelezen, 'tgeen hem de moeite bespaarde naar zyn slotwoorden te zoeken, maar toch geschiedde van zyn kant alles, met een deftigheid en een ernst, die den oppervlakkigen beschouwer een zeer hoog denkbeeld moesten inboezemen van 't gewicht dat hy aan de zaak hechtte.

De oude man, die daar ligt, is geen zeer bekend of publiek persoon geweest; zijn strak gelaat, met die bijzondere uitdrukking, die gewoonlijk aan den mond van dooden eigen is, moge ernstige denkbeelden inboezemen en een heer van gedachten maar het zegt niets aan den beschouwer over het geheim van het innerlijk leven, van het zedelijk en geestelijk bestaan van dien man; misschien was hij goed, voortreffelijk, misschien slecht, misschien was hij gelukkig of diep rampzalig.

En baad onbezwaard uw aardsche borst in het geestes-morgenrood." Bij de aanschouwing der magische teekens, waardoor de beschouwer in rechtstreeksche aanraking komt met de aangeduide geestelijke kracht, vloeit zaligheid door alle zintuigen, een jong en vernieuwd levensgeluk stroomt nieuwgloeiend door Faust's zenuwen. Is het een God die in het magisch teeken die macht heeft neergelegd?

Nu, de koppen kwamen tot hun recht; maar toch zou de eerste blik van den beschouwer op een ander deel van de schilderij gevestigd worden. De schilder wilde, dat het lijk, in uitgestrekte houding op de snijtafel neergelegd, het eerst de aandacht zou vragen.

Het bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam en dagteekent uit het jaar 1642. De beschouwer voelt zijn blik het eerst getrokken door twee personen op den voorgrond. Het zijn Frans Banning Kok en Willem van Ruitenberg.

Er is zeer veel overeenkomst tusschen een kunstenaar en den waarlijk genietenden beschouwer van een kunstwerk: de kunstenaar beschouwt, doorgrondt, herschept en voelt vreugde en evenzeer de waarlijk-genietende beschouwer, ziet, doorgrondt, erkent ten slotte als waar en voelt vreugde.

In den omtrek van dezen eenzamen en onrustbarenden doolhof, in de wijken waar het Parijsche verkeer niet opgehouden had en nog enkele schaarsche straatlantaarns brandden, had de beschouwer uit de lucht den metaalglans der sabels en bajonetten, het dof gerol der artillerie en het stil gewemel der bataljons, dat met de minuut toenam, kunnen opmerken; een ontzaggelijke gordel, die zich langzaam om het oproer klemde en sloot.