Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Een eigenaardig gebruik heeft plaats te Geeraardsbergen, het eerst, voor zoover mij bekend, beschreven door P. van Duyse in het Belgisch Museum 1837, bl. 176 vlg.

Zoo wisten wij, uit den eigen mond der verdedigers zelf, hoe eerst de forten van Chaudfontaine, Evegnée, Barchon en Pontisse door de duitsche kanonnen werden onder vuur genomen en hoe de aanvallers overal met verschrikkelijke verliezen werden achteruit geslagen. Hoe daarna het fort Boncelles het te verduren had en het belgisch leger daar wijken moest voor de overmacht.

Het Belgisch volk stond op; het streed, het kampte om de vrijheid; het zegepraalde.... Maar nauwelijks is de laatste triomfgalm in het ruim verzwonden, of de twistfakkel stort hare vonken over ons uit: wanorde, mistrouwen, onzekerheid, haat en verdeeldheid richten zich dreigend op tusschen de overwinnaars.

Dan zweeft de vlieger omhoog, als een vogel, zegt men in Hollandsch en Belgisch Limburg, als een draak, meent men in Friesland en Vlaanderen, als een ballon, heet het in Kempen. Men kan hem een brief nasturen, door op het koord doorboorde papierschijfjes te steken: deze worden dan door den wind omhoog gevoerd. Sneeuw- en ijsspelen.

Het bleek inderdaad dat nabij Buggenhout het belgisch leger in een valstrik was gelokt en vele manschappen door een troep uhlanen werden gedood. Onze man werd verdacht de hand in dat spel te hebben. Ik geloofde aan zijn onschuld. Ik had hem op last van den krijgs- auditeur in het gevang te Antwerpen ondervraagd. Hij antwoordde op alles heel rechtzinnig.

Dat komt zóó: De Gentenaars lieten voortijds de kiekens en ander pluimgedierte op de markt te Oudenaarde opkoopen. Toen ze nu eens, om Philips den Goeden rijkelijk te kunnen onthalen, volgens de Oudenaarders hierin wat te radikaal te werk gingen, trachtten deze hen dit te beletten en voegden hun toe: "Wij kunnen zelf onze kiekens wel opvreten"; zie Belgisch Museum V, bl. 440.

De keuken en een klein kamertje daarnaast alleen waren open nog en in gebruik. Wij zaten er lijk landverhuizers met onze kisten en manden. De oorlog was dan toch onwederroepelijk begonnen voor ons landje... De vrouwen lazen toen reeds met verkropt gemoed en snikken in hare keel het nieuws van het eerste belgisch bloed dat voor het vaderland vloeide.

De prins d'A., een Belgisch edelman en kunstliefhebber, die zich destijds in Frankrijk ophield, kwam ons dikwijls bezoeken, omdat hij belang stelde in de vorderingen onzer school.

Op den anderen oever zagen wij, over eene onafzienbare lengte, den sleep van amunitie-wagens en kanonnen van het aftrekkend belgisch leger dat te Sempst, Weerde en Eppeghem gevochten had. In het vlakke landschap langs de rivier scheen het als een schilderij uit den tijd van Napoleon: De kanonniers op hunne schuddende stukken droegen zwarte colback's met koper-belegde stormbanden en roode koorden.

"Nu, ik geloof toch, dat de Amerikaansche regeering op een goeden dag haar deel zal komen eischen van die groote Afrikaansche taart!" antwoordde Max Huber, "er is nu reeds een Fransch Congo, een Belgisch Congo, een Duitsch Congo, zelfs een Onafhankelijke Congostaat, en van al dat land, dat wij nu reeds drie maanden doorkruisen...." "Als touristen, Max, niet als veroveraars!"

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek