United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zag alleen haar lange kastanjekleurige wimpers vol schaduw en kuischheid. Dit belette het lieve kind echter niet te glimlachen, terwijl zij naar den man met het witte haar luisterde, die haar toesprak; en niets was bekoorlijker dan die frissche glimlach bij zulke nedergeslagen oogen.

Het kwam hun voor, dat het verdriet, de slapeloosheid, de tranen, de angsten, de schrik, de wanhoop, nu in liefkoozingen en lichtstralen veranderd, het bekoorlijke uur dat naderde nog bekoorlijker maakten; en dat de droefenissen zooveel dienstboden waren, die het toilet der vreugd bereidden. Hoe goed is het, geleden te hebben! Hun ongeluk was als een stralenkrans om hun geluk.

Haar oprechte hartelijkheid vergoedde ruimschoots de onnadenkendheid en het gebrek aan tact, die haar dikwijls deden te kort schieten in uiterlijke beleefdheid; haar vriendelijkheid, nog te bekoorlijker door haar lief gezichtje, nam voor haar in; haar dwaasheid, hoezeer ook in het oog vallend, was niet afstootend, daar zij niet gepaard ging met inbeelding; en Elinor had haar alles kunnen vergeven, behalve haar gelach.

De oogen der vrouw zijn zachter en bekoorlijker geworden, hare armen hebben bevalliger ronding gekregen, hare huid is zachter, haar gelaat edeler, haar hoofdhaar zachter en langer, hare handen en voeten kleiner geworden, haar lichaam heeft sierlijker vormen aangenomen.

Een paar houten bruggen in overouden vorm schenen hier en daar de verdere vaart te versperren. Het water was zeer hoog; de kapitein deelde mij mede, dat er ongeveer twee meter meer water stond dan gewoonlijk. Vandaar dat op vele plaatsen de boomen met hunne takken in het water hingen, die het uitzicht steeds bekoorlijker maakten. Hier en daar gaven scherpe bochten nog fraaier uitkijk.

Zij was niet meer de vroegere, ook niet degene, die hij in het rijtuig gezien had, zij was een geheel andere en Dolly had de waarheid gesproken. Zij was verschrikt, schuchter, beschaamd en daardoor een des te bekoorlijker jong meisje. Zij zag hem dadelijk, toen hij binnen kwam.

Daar is de jonge gravin Dohna, tintelend van vroolijkheid en altijd bereid tot spel en dans, zooals 't past bij haar twintig jaren; daar zijn de mooie dochters van den rechter van Munkerud en de vroolijke jonge dames van Berga, daar is Anna Stjärnhök, duizendmaal bekoorlijker nog dan vroeger door den zachten weemoed, die over haar gekomen was na dien nacht, toen zij door de wolven vervolgd werd; daar zijn er nog velen, die nog wel niet vergeten zijn, maar spoedig zullen vergeten worden, en daar is ook de hartveroverende Marianne Sinclaire.

Onze kleine, een kindje van veertien maanden, is een beauty. Daarover is ieder het eens. Jammer dat ze eenkennig is. Of jammer, Moeder constateert het eigenlijk op een toon vol trots, want haar kindje is er des te bekoorlijker om.