Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Maak u echter niet al te beducht; de menschen zijn inderdaad zoo slecht niet, en in elk geval niet gek genoeg om zich aan dergelijke kunsten te wagen, waarbij ze hun hoofd op 't spel zetten met voor 't minst tien kansen tegen één.

En look zijne oogen.... En bleef liggen, als een witte bloem.... Van ver was Crispinus genaderd, de lange spiegelgalerij af. Hij naderde langzaam, beducht, dat de knaap dood zoû zijn. Hij dacht aan den dominus, het contract, de tweehonderd-vijftigduizend sestertiën.... Hij roerde het dansertje aan met zijn voet: het bewoog niet.

Voor u zelven ben ik eigenlijk voor nog meer geluk en eer beducht, want als die zich nog bij al het andere voegen, dat het lot u geschonken heeft in zulk een gemalin en in uw zoon Pyrrhus, dan zouden de goden niet meer zichzelven zijn, wanneer zij u niet met hunnen naijver vervolgden. Ik voor mij heb minder reden hen te vreezen."

Wallis en Cook noemden dit naakte voorgebergte de Boomkaap, ter wille van een eenzamen boom, die destijds den top kroonde, maar nu verdwenen is. Onze paarden hebben blijkbaar groote moeite, om de vrij steile helling te beklimmen. Wij verlaten het rijtuig, zoowel om de arme magere knollen te ontzien, als omdat wij beducht zijn voor een ongeluk.

Hij was een vurig katholiek, doch een vriend van Willem van Oranje en, evenals deze, een vijand van alle geloofsvervolging. Vrijmoedig deelde hij den koning mede, hoe ernstig het volk beducht was voor invoering van de Spaansche inquisitie, hoe doodelijk het Granvelle haatte en hoe fel de gemoederen door dit alles beroerd waren.

Ik eindigde mijn verhaal met een fatsoenlijk present en oordeel nu den man gewonnen te hebben. Dat hij mij met dat al te slim is, is mogelijk; doch, naar zijn houding te oordeelen, geloof ik, dat hij niets vermoedt." "Maar Papa!" zeide Amelia: "al misleidt gij Heynsz, zijt gij niet beducht, dat er hier te Amsterdam nog vele lieden zijn, die u herkennen zullen?"

Met reden beducht, dat hun een dergelijk lot zou treffen, hielden de Amsterdammers af, en zeilden naar 't Wad, den Abt genaamd. Hier brachten zij den nacht door, besteedden dien om de lekke schuit met het linnen, dat zij bij zich hadden, te kalefateren, en sukkelden zoo voort, totdat zij eindelijk den 20sten Mei behouden te Embden aankwamen.

Wel zegt een onzer Geschiedschrijvers, dat Radboud, die zich immer nog niet ontzag de Christenen te vervolgen, niet beducht voor de wraak van Pepijn, wiens jaren hoog geklommen waren, vreezen moest, dat Grimoald den hoon, zijnen vader aangedaan, zou wreken, en hem daarom uit den weg moest ruimen; doch wat zou hem dit gebaat hebben, daar Pepijn nog twee andere volwassen zonen had, door geene echtverbindtenis aan Radboud verbonden, en van welke hem dus zoodanig eene wraak nog veel meer stond te vreezen?"

Het ontbrak den prins zoowel aan geld als aan levensmiddelen, want de inwoners des lands, voor Alba's wraak beducht, weigerden die den muiters te verschaffen.

Zeer gaarne, gaf ik voor, de luchtreis aan te nemen, maar voor ééne zaak zeer beducht te zijn. "Het was my niet mooglijk, op eene hoogte als die ik zou moeten bereiken, en die het niet van my afhing volstrekt te regelen, by het rondzien op mijnen weg niet misschien, schoon onwillig, het oog te slaan op eene der tuinen of daken waar zich vrouwen bevonden. En hier aan wilde ik niet schuldig worden."

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek