Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


"Ach!" zeide de oude Beckman, door de menigte heendringende: "hij liegt, die schelm van een Ludwig! heb ik niet het kind van den Heer Graaf voor mijne augen zien in 't wasser wirfen?" "Wat? wie twijfelt daar aan de waarheid van zijn verhaal?" vroeg de Gravin, angstig en snel opziende: "spreek Ludwig! antwoord op hetgeen de oude man zegt."

Zwijgend, en met een traan in 't oog, drukte hij de hand zijner gemalin, kuste en liefkoosde zijn kinderen en vergezelde met een nedergeslagen blik de Spanjaards in het slot. "Gij zijt van meester verwisseld, goede oude!" zeide hij in 't gaan tegen Beckman: "tracht u bij uw nieuwen Heer aangenaam te maken."

"Dus nieuwe aanvallers!.... Ha! daar wordt de marsch geblazen en Lopez trekt hen met zijn ruiters te gemoet." "Ik ben maar blijde dat het de schapen van Göbel niet zijn," zeide Beckman: "doch hoe zullen wij al dat volk wederstaan?"

Beckman dreef met een pereboomtakje de rondvliegende wespen van het kind, en de Jezuïet sloeg met de rol perkament op het vlak der linkerhand op en neder, terwijl hij zijn groote oogen beurtelings van het kind op de steenen trap, die om den toren liep, en vandaar naar de soldaten wendde.

In den tuin gekomen, vonden zij er Beckman met het kind, dat zich met plukken van grasplantjes en het oprapen van eenige rotte appelen, in de plondering gespaard, vermaakte. Wat verder waren twee soldaten bezig met de lanen te harken. "Verwijder u, Beckman!" zeide de Graaf: "de Pater heeft mij iets te zeggen."

Falckestein gevoelde, niettegenstaande de voordeelen, die hij behaald had, en de gunstiger wending, die de zaken voor hem schenen te nemen, zijn boezem beklemd en zwaarmoedig, en spoedig keerde hij, om nogmaals te onderzoeken welk lot hij te wachten had, met Beckman en Feurich naar den toren.

Hedenmorgen berichtte mij de torenwachter, dat hij in 't westen krijgsvolk had zien overvaren: ik gaf dadelijk aan Beckman last eens na te zien, welken voorraad en krijgsbehoeften wij hadden, en begaf mij naar de tinne, om met eigen oogen te zien wat er gaande was: ofschoon mijn mingeoefend gezicht niet zoo dadelijk ontwaarde hetgeen Peter zoo vervaard had, bespeurde ik echter langzamerhand, dat er werkelijk manschappen in aantocht waren.

"Och ja!" viel Beckman weemoedig in: "dat zijn de ezels van Lottchen Weissmilch: die arme dieren hadden voorzeker niet gedroomd ooit een ander werk te zullen verrichten dan koren naar Uwer Genades molen te brengen. Wat zal die goede weduwe nu beginnen?

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek