United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan neemt men ze uit de pan, fruit meel in de overgebleven boter, voegt er wat krachtigen bouillon, gehakte champignons, foelie en citroensap bij, en kookt dit tot eene dikke saus die men met eenige eijerdoijers bindt. Hiermede vult men de holte van de vogels, zet ze daarna op een schotel in den oven en bakt ze een kwartier.

"Ik zie een vrouw met de haren door de muts, die kleine ronde koekjes bakt." Best; van water en meel en een beetje olie. Het is voor de lui, voor wie een oortjesbroodje te duur is opeens. Het is de vrouw van den Leidschen Peuëraar. Ziet gij haar man niet? "Yes, die fellow met een slaapmuts op, in een duffelsche jas?" Dezelfde. Het is de Leidsche Peuëraar in eigen persoon.

»Bakt broodjes van het meel, dat gij nog bezit, en vangt in den Dender zooveel visschen, als gij kunt. Morgen vroeg zult gij alles op de verschansingen brengen; en op een gegeven teeken werpen wij heel den voorraad naar het hoofd der belegeraars...» Zoo gezegd, zoo gedaan. Des anderendaags, bij het kiemen van den morgen, snelde jong en oud naar de vestingen.

Vóórdat men iets in olie bakt, moet men haar in een ijzeren pot te vuur zetten en er, als zij kookt, een gelen wortel, of eene vochtige snede roggebrood in werpen, die men er tien minuten mede in laat koken. Dan neemt men het brood of den wortel er uit, zet den pot in den gootsteen en sprenkelt er met de hand twee- of driemalen wat koud water in.

De overschietende rand wordt met een weinig geklutst ei bestreken en daarna op de eerste plak geplaatst. Een vulling volgens R. 91 bereid, maar niet gebakken, alleen even gestoofd, wordt met wat eiwit bestreken en daarna in het pasteitje geplaatst. Het dekseltje gaat er pas na het bakken op. Men bakt ze in een flink verhitten oven. Rijstcroquetten.

Speculatie. 5 o. bloem, 5 o. suiker, 2 1/2 o. boter, 3 eijeren, 2 w. kaneel en eene halve geraspte citroenschil worden tot een deeg gekneed, dat men gedurende een nacht, of ten minsten eenige uren laat rusten. Hieruit steekt men met een vorm de gewenschte figuren, die men op eene gewaste blikken plaat bij middelmatige warmte bakt.

Nadat de bloem door het beslag is geroerd, blijft men nog een kwartier doorroeren. Daarna roert men het stijfgeklopte wit der eieren door het beslag, waarna men het overstort in een met boter gesmeerden springvorm. Men bakt de taart in een matig heeten oven gedurende een uur.

De aal wordt op de plaats gevild, gesneden, gebraden, en door het vriendenpaar, onder rijkelijke bevochtiging met Schiedamsch vocht, gegeten, terwijl de vrouw haar cents-koekjes bakt, en zelve met hare kinderen honger lijdt.

Vervolgens kneedt men dit alles met het meel tot een goed deeg en vormt er een bal van, dien men in vingerdikke schijven snijdt; deze schijven rolt men wat uit, steekt er met een blikken vorm ronde plaatjes af en bakt ze met pepernoten.

Vervolgens legt men een kluitje boter of doet men wat zuivere olie in de pan, giet het beslag op de gesmolten boter of de heete olie en bakt op een matig vuur eerst de eene zijde van den koek, terwijl men hem van tijd tot tijd oplicht en de pan naar die zijde laat hellen. Dat blijft men doen, totdat de oppervlakte niet meer vloeibaar is.