Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


Toen ging ik naar Plato en naar Aristoteles en naar verscheiden anderen, en allen waren bereid om te komen, met uitzondering alleen van een onooglijken kerel, die in een ton, naar de zon gekeerd, gezeten was en aan een jongen knaap Grieksch voorlas.

Men heeft opgemerkt dat volgens deze ietwat duistere verklaring een zeker rapport tusschen kennissen zou bestaan en dat derhalve aan Aristoteles het geloof aan "telepathie", d.w.z. "gedachteoverbrenging" of juister de overbrenging van gedachtebeelden, indrukken, gevoelens buiten de gewone zintuigelijke kanalen om, niet vreemd zou zijn geweest.

Zou dit aan den anderen kant niet zijn een geheel terzijde stellen van de verklaring, die de diepzinnigste waarnemer der oudheid, Aristoteles, van deze bouwwerken geeft, die ze toeschrijft aan de politiek der vorsten?

Eiken plankjes, waarop spreuken en teekens waren ingesneden, waren tot een bundel saamgebonden. De meest beroemde dezer orakels waren die van den Fortuna-tempel te Praeneste en van Caere. Sosigenes, van Alexandrië, peripatetisch wijsgeer en sterrenkundige, schreef o. a. commentaren op eenige werken van Aristoteles en hielp Julius Caesar bij het verbeteren van den rom. kalender.

Uit de levensbeschrijving, door zijn zoon opgesteld, leeren wij, dat hij ijverig studeerde. Hij las de werken van Aristoteles, Seneca en Strabo. Menig middernachtelijk uur werd gesleten met het lezen van de nasporingen, door Marco Polo en Sir John Maundevile of Mandeville in het werk gesteld. De vraagstukken, waartoe deze ontdekkingen aanleiding gaven, bepeinsde hij ernstig.

De Grieksche Aristoteles philosofeert, ofschoon hij niets dan de politieke scheppingen van zijne landslieden en hunne naaste buren kende, over alle mogelijke vormen van staatsregeling, als had hij, even als wij, alle politieke toestanden der wereld voor oogen gehad.

Het sociaal zijn van den mensch berust voor hem gelijk voor Cicero, op het idee eener algemeene broederschap tusschen de menschen onderling, en evenals voor dezen laatste volgt daaruit, dat het een gruwel is, elkander kwaad te doen, wijl dit tegen onze natuur is. Het was de omwerking van Aristoteles' gezegde, later door St. Thomas overgenomen: Homo est animal sociale.

Reeds de oude schrijvers maken melding van dit dier als standvastig bewoner van hun vaderland; Aristoteles noemt het Prox, Plinius Platyceros.

"Ik verheug mij," schreef hij aan Aristoteles, "dat het kind geboren is, terwijl gij leeft, om het te kunnen onderrichten en tot een goed koning op te leiden." Alexander was in alle opzichten zulk eenen leermeester waardig; want hij leerde met den grootsten ijver en was met zijne gansche ziel aan zijnen leermeester verknocht. Reeds vroeg haakte Alexander naar verhevene, roemwaardige daden.

G. schatte hem zeer hoog; onder de vele portretten die hij van dien vorst schilderde, was vooral beroemd de "bliksemslingerende Alexander", die in den tempel van Artemis te Ephesus hing. Apellicon, Apellikon, van Teos, vond omstreeks 100 een aantal onuitgegeven handschriften van Aristoteles en bezorgde een uitgave daarvan.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek