Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Laat af, laat af van dien Anselmus, want dat is een laagstaand mensch, hij heeft mijn kindertjes in ’t gezicht geschopt, mijn lieve zoontjes, de appeltjes met de roode wangen, die, als de menschen ze gekocht hebben, steeds weer uit hun zakken in mijn korf terugrollen.
"Wel, je begrijpt toch, dat Geurs geen hagel op ons durft afschieten; hij zal wel los kruit gebruikt hebben." "Jongen, Dik, dat weet ik nog zoo net niet. Als hij nuchter was, dan wel, maar een dronken mensch doet wel meer dingen, daar hij later spijt van heeft, en Geurs is niet dikwijls nuchter." "Dat is waar," zei Dik. "Doch hoe het ook zij, aan zijne appeltjes zullen we ons niet ziek eten.
Wat in de diepte sluimerde, komt naar boven en naar buiten. De kleur van kersen en appelen komt immers, op haar tijd, ook van binnen naar buiten? Verf geen groene appeltjes rood. Zij verven zichzelf. De klappen van mijn Vader hebben nooit afbreuk gedaan aan onze liefde voor hem. Maar wel aan ons respekt.
"Laat je dat niet afschrikken, Mijnheer!" zeide een dikke vent, wien ik naderhand vernam, dat een kastelein van den Overtoom, en een beroemd paardenkenner was: die beestjes van Blaek loopen drommels goed, dat 's waar; 't bennen poppetjes, daar niks aan mankeert: zoo rond as appeltjes en as een zij zoo zacht in den bek, daarom niet; maar kijk! daar hebje dien anderen: heb ik jou daar? het biest mag zoo mager wezen as het wil: des te minder zit hem zijn vet in den weg: en as je 't zoo ziet afrijen, je zoudt zeggen: het slaat zien beenen deur mekaêr of het mal was; maar laat hem gerust zijn gang gaan: hij zal het uithouen op den langen weg en ze alle achter hem laten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek