Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


De tweede zoon, Herodes Antipas, kreeg Galilaea en Peraea als tetrarch, en werd in 39 na C. door Caligula verbannen. Hij was het, die Johannes den Dooper aan de wraak zijner gemalin opofferde. De derde, Philippus, werd tetrarch van de overjordaansche gewesten Trachonitis, Auranitis, Batanaea, Graulonitis en Ituraea, en bleef dit tot aan zijn dood, 34 na C.

Herodias verdween. De Farizeërs waren geërgerd. In hun midden stond Antipas zich te verdedigen. "Ongetwijfeld", begon Cleazar, "men moet zijn broeders vrouw huwen, maar Herodias was geen weduwe, en had daarenboven een kind, daarin is de schande!" "Dwaling! dwaling!" wierp de Sadduceër Jonathas er tegen in. "De wet veroordeelt dergelijke huwelijken, zonder ze met duidelijke termen te verbieden."

Aretas, naam van eenige vorsten der Nabataeërs in Arabia Petraea. Een hunner, die zich in de joodsche zaken mengde, werd op bevel van Pompeius door diens quaestor M. Aemilius Scaurus verdreven en in de stad Petra belegerd . Een andere Aretas, wiens dochter met Herodes II Antipas gehuwd, doch ter wille van Herodias verstooten was, viel in Judaea ten tijde van Tiberius.

"Goddeloos als Herodes en de zijnen!" "Minder goddeloos dan gij!" antwoordde Antipas. "Mijn vader was het, die uw tempel bouwde!" Toen begonnen de Farizeërs, de zonen der bannelingen, aanhangers van Matathias, den Viervorst te beschuldigen van de misdaden, door zijn verwanten bedreven.

Tranen stroomden den Viervorst over de wangen. De toortsen smeulden uit. De gasten vertrokken, en niemand bleef er in de zaal dan Antipas, die met de handen tegen de slapen staag naar het afgehouwen hoofd zat te staren, terwijl Phanuel, halverwegen het groote middenschip, met uitgestrekte armen gebeden stond te prevelen.

Maar de Proconsul zou kunnen meenen, of zeggen, dat het dienen moest om de Romeinen te bestrijden, en daarom zocht Antipas verklaringen te geven: Het behoorde hem niet toe; veel ervan diende tot verweer tegen de rooverbenden; daarenboven was er zoo iets noodig tegen de Arabieren, of wel: dit alles was het bezit geweest van zijn vader.

Antipas trok haastig de medaille van den Keizer te voorschijn, en, bevend hem bespiedend, hief hij haar op, den beeldenaar naar hem toewendend.

En ze huiverden wanneer men ook hen met galbanum en rosmarijn besproeide, een mengsel dat uitsluitend gebruikt mocht worden in den Tempel. Aulus wreef er zich de oksels mede, en Antipas beloofde hem er een heele lading van, met drie zakken vol van dien onvervalschten balsem, die Cleopatra's begeerte naar het bezit van Palestina had opgewekt.

Hij veronderstelde dat hij met Cajus bevriend was, die op zijn beurt weer omgang had met Agrippa; en hij, Antipas, zou in ballingschap worden gezonden, waar ze hem misschien zouden verwurgen. Herodias trachtte hem met kleinachtende welwillendheid gerust te stellen. Eindelijk haalde ze uit een kistje een vreemdsoortige medaille, die den beeldenaar van Tiberius droeg.

Het meer scheen, in deze stonde, van vloeiend lazuur; en aan zijn zuidelijke punt, naar de richting van Yemen, werd Antipas gewaar, wat hij vreesde te zien: Bruine tenten stonden daar verspreid, mannen met lansen schreden heen en weer tusschen de paarden, en smeulende vuren twinkelden als vonken laag tegen den grond.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek