Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Men had ontzag voor die mannen, arm aan aardsche goederen, die in ruw linnen gekleed gingen, door lijfstraffen niet te buigen waren en die de toekomst lazen uit de sterren. Antipas herinnerde zich daar het woord van straks. "En welk nu is het gewichtig nieuws, dat ge me zoudt mededeelen?" Op hetzelfde oogenblik trad een neger het vertrek binnen. Zijn lichaam was wit bestoven.
Daarom bepaalde hij in zijn testament, dat het rijk verdeeld zou worden onder zijne drie zonen, Antipas, Philippus en Archelaüs, welke laatste tevens den koningstitel moest erven.
Toen hervatte de Samaritaan: "Bij wijlen is hij onrustig. Hij zou dan 't liefst willen ontvluchten, en hoopt op verlossing. Andere keeren lijkt hij kalm als een ziek dier, en ook wel heb ik hem heen en weer zien loopen in het donker, voor-zich-heen herhalend: "Wat deert het? Hij moet grooter, maar ik kleiner worden." Antipas en Mannaëi zagen elkander aan.
Zijn zware armen staken uit een overkleed zonder mouwen, een muts van dierenpels overschaduwde zijn gelaat met den in ringen gekrulden baard. In 't begin veinsde hij den tolk niet te verstaan. Maar Vitellius wierp een scherpen blik op Antipas, die het bevel onmiddellijk herhaalde. Toen duwde Jacim zijn beide handen tegen de deur, en ze gleed weg in den muur.
Men wachtte. Zijn vader was zich, met vijfhonderd ruiters, van den oever van den Euphraat, bij Herodes den Grooten komen aanbieden, om de oostergrenzen te verdedigen. Na de verdeeling van het rijk was Jacim bij Philippus gebleven, en thans diende hij Antipas, Hij trad voor met een boog over den schouder, een zweep in de hand. Bonte koorden waren vast om zijn verwrongen beenen gesnoerd.
Twee steenen monsters, gelijk aan die bij den schat der Atriden, stonden tegen de deurposten opgesteld, en ze geleek op Cybele tusschen haar leeuwen. Hoog van de balustrade boven Antipas' hoofd, de offerschaal op de handen, riep ze: "Dat Cesar leve!" Die hulde werd herhaald door Vitellius, Antipas en de priesters. Maar uit de diepte der zaal drong een gemompel aan van verrassing en bewondering.
Ze hadden spitse schedels, een stekeligen baard, slappe en boosaardige handen, of wel een plat gelaat, dog-achtig, met groote ronde oogen. Een twaalftal schriftgeleerden en tempeldienaars, gevoed door den afval der offeranden, sprongen op de estrade aan, en dreigden Antipas met messen. Hij sprak hen toe, terwijl de Sadduceërs hem zwak verdedigden.
De slaven lagen te rusten. Tegen het avond-rood, dat de kim in vlammen deed oplaaien, teekenden de kleinste rechtstandige voorwerpen zich zwart af. Antipas onderscheidde de zoutpannen aan de overzijde der Doode Zee, maar de tenten der Arabieren zag hij niet meer. Waren ze wellicht heengetogen? De maan ging op. Rust daalde in zijn hart. Phanuel bleef neerslachtig staan, met de kin op de borst.
Nog vóór het einde van den winter had hij drie legioenen bijeen vergaderd en naar Romeinsche wijze ingericht. Hij zou gemakkelijk het dubbele getal hebben kunnen verzamelen, want de krijgsmansgeest was in het dappere volk ontwaakt. Zoowel tegenover Rome als tegenover Herodus Antipas waren echter de grootste voorzichtigheid en geheimhouding noodzakelijk.
Ge komt zeker voor Jaokanann?" "En voor U! ik moet U iets gewichtigs mededeelen." En, zonder Antipas meer te verlaten, drong hij achter hem aan een duisterig vertrek binnen. Het licht viel door tralies, die, onder de kroonlijst, den geheelen lengtekant innamen. De muren waren beschilderd in granaat-tint, op zwart af.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek